Open brief aan premier Verhofstadt

Premier,

Deze middag op Actueel herhaalde u nog maar eens uw sedert vorige 28 november beruchte visie op dhr. Abou Jahjah en de AEL. U herhaalde dat het AEL met zijn acties en standpunten, het tegen elkaar opzetten van de gemeenschappen, hun criminele oogmerken en het afwijzen van elke integratie (uw woorden) een onduldbare bedreiging vormde voor onze samenleving en dus te allen prijze moest bestreden worden. U beschouwde dat als uw “politieke verantwoordelijkheid”. Dat het hier om allochtonen ging maakte geen verschil, zo zei u: ook autochtonen zou u aldus aanpakken. De vraag die onmiddellijk op mijn lippen kwam (zoals ook gisterenavond, met het bedroevend optreden van Marc Van Peel op Terzake), was natuurlijk: en wat dan met het Vlaams Blok? Al meer dan tien jaar zetten zij doelbewust de gemeenschappen tegen elkaar op – nationaal, regionaal, lokaal en in de wijken –; opruiende taal en daadwerkelijk straatgeweld (o.m. tegen journalisten) werden in het verleden door hen niet geschuwd. Blijkbaar beschouwt u hen niet als een bedreiging voor onze samenleving en onze democratische waaarden? Ik kan me alvast niet herinneren dat u in uw hoedanigheid van regeringsleider even ver uw politieke nek hebt uitgestoken om hen te doen vervolgen als nu ten aanzien van een assertieve, allochtone “groupuscule” (zoals dergelijke contesta­tie­bewegingen genoemd werden in de jaren ’60 en ’70). Wilt u in ernst beweren dat de AEL een meer staatsgevaarlijke organisatie is dan het Vlaams Blok? Of gaat u me antwoorden dat u het Vlaams Blok al jaren als politicus, via programma, verkiezingen, enz. “bestrijdt”? Ik kan als bezorgd burger enkel vaststellen dat u, uw partij en andere regeringspartijen al jaren zwichten voor de racistische, opruiende retoriek van het VB (zie bv. het migrantenstemrecht). Dat u inzake islam en moslims in het verleden gelijkaardige (domme) islamvijandige taal hanteerde (ook uw voorzitter) als het VB. De oorlogsretoriek t.a.v. de AEL en zijn voorzitter, van uzelf en andere politieke verantwoordelijken, het schenden van het principe van de scheiding der machten, enz.: ze hebben slechts één doel, nl. het VB te overtroeven en electoraal te scoren. U en uw partij zullen zich helaas nog maar eens vergissen.

Met verwondering vraagt een burger zich dan af (nogmaals ook na Van Peel aan het werk te hebben gezien): leren politici dan nooit, zodat zij altijd in dezelfde val trappen? Het antwoord moet helaas zijn: neen, zij “verdommen” alleen maar.

Uit het politiek optreden dat u weerom aankondigt, zal in de allochtone gemeenschap Abou Jahjah en zijn contestatiebeweging ongetwijfeld garen spinnen. In de brede samenleving rinkelt de kassa van het VB. Het is huilen met de pet op.

Hoogachtend,

Prof.dr. Herman De Ley,
Gewoon hoogleraar RUG,
Directeur van het Centrum voor Islam in Europa.