Onzin natuurlijk. Wie diplomatie zegt, denkt aan staatsgrenzen en internationale betrekkingen. En de E.G.., dat weet iedereen, heeft sinds 1 januari geen binnengrenzen meer. De Twaalf willen zelfs samen een buitenlands beleid gaan voeren. Wie democratie zegt, denkt aan ´van en voor het volk´, aan burgers die mee aan politiek doen en het beleid de gewenste richting uitsturen.
Dat die bizarre vragen dan toch worden gesteld, heeft alles te maken met de bizarre manier waarop de Lidstaten samenwerken. Historisch perfect verklaarbaar, maar niettemin volkomen onaanvaardbaar. Het zijn nog steeds de diplomaten die vorm geven aan de E.G. en die de meest doordeweekse besluitvorming als staatsgeheimen voor het publiek verborgen houden. De Gemeenschap geeft lessen in democratie aan alle arme landen ter wereld, maar slaagt er niet in haar eigen beleid aan de meest elementaire spelregels van de democratie te onderwerpen. Dat dit systeem zo lang kon gedijen heeft veel verklaringen. De gunstige economische conjunctuur en de beperkte bevoegdheden van de Gemeenschap zijn wellicht de belangrijkste. Zonder er direct mee te maken te hebben bestond er bij de bevolking in nagenoeg alle landen een brede consensus. Men was vóór Europa op dezelfde spontane manier als men tégen de honger in de wereld was. En de linkerzijde werkte mee of keek nukkig de andere kant op. Oppositie was er niet.
Naarmate de Gemeenschap meer bevoegdheden naar zich toe trok, begon men te beseffen dat de steun van de bevolking blijvend nodig was. Toen in de jaren ´70 besloten werd het Europees Parlement rechtstreeks te laten verkiezen, was dit inderdaad een grote stap op weg naar de democratie , en tegelijk een slimme zet om legitimering om te zetten in schijndemocratie. Want wat kan een verkozen Parlement zonder macht? In de jaren ´80 nam Jacques Delors het roer in handen en hij kon met zijn internemarktproject voor 1992 nog behoorlijk wat enthousiasme loskweken, ook al was het een zuiver liberaal economisch plan dat weinig goeds voorspelde. Dat diezelfde ´euroforie´ niet meer pakte met ´Maastricht´ heeft grotendeels te maken met de ondertussen tastbare gevolgen van de interne markt. Massale afdankingen door de herstructureringsmaneuvers van de industrie. Afbouw van de overheidssectoren. Bedrijfssluitingen en verhuizingen naar lage-loonlanden. Het Europees Parlement slaagde er niet in ook maar één aanzet tot sociaal beleid af te dwingen. Het slechte economische klimaat is uiteraard geen gevolg van het Europese beleid want de transnationale ondernemingen laten zich weinig aan de Gemeenschap gelegen om hun strategie te ontwikkelen en wereldwijd hun belangen veilig te stellen. Echter, de Gemeenschap had zich juist nuttig kunnen maken door op Europees niveau voor de nodige regulering en sociale bescherming te zorgen, telkens wanneer de problemen het nationale kader overschrijden. In plaats daarvan ging ze zelf dereguleren en voerde een beleid waardoor de nefaste sociale gevolgen op haar rekening werden geschreven. Zo brokkelde de consensus stilaan af en groeide het wantrouwen jegens een projekt dat mijlenver van de dagelijkse bekommernissen van de mensen afstaat. Het Deense ´nee´ en het nipte Franse ´ja´ voor ´Maastricht´ stuurden een schokgolf door Euro-Brussel. De goed geoliede machine draait ondertussen wel verder, maar de geest is uit de fles. Zelfs al wordt het Verdrag van Maastricht in Kopenhagen en Londen goedgekeurd -wat niet zeker is - men beseft dat het nooit meer zal zijn als vroeger. De monetaire unie is bezig vast te lopen. Zelfs voor de rijkste landen zijn de convergentienormen onhaalbaar. België is het beste en trieste voorbeeld van hoe de opgelegde besparingen tot spanningen tussen regio´s leiden en misschien wel tot een breuk. Het idee van de twee snelheden wint veld, wat betekent dat de arme landen in de kou blijven staan. Ondertussen bijt de hond ook in zijn eigen staart, want het vrije kapitaalverkeer geeft speculanten vrij spel zodat het al bestaande muntstelsel onder druk komt. Het Pond speelt soloslim en de Franse en Britse vissers moeten er de marine bij halen om een open oorlog te vermijden. De algemene economische crisis maakt de malaise nog groter. T.a.v. Daf, Philips en Hoover staat de Gemeenschap al even machteloos als de nationale regeringen. Met 50 miljoen armen en 1 7 miljoen werklozen kan de Gemeenschap zich nog moeilijk een gemeenschap noemen. In plaats van werkbare regels voor het economisch bedrijf uit te stippelen, zitten politici als betoverd te wachten op een procentpuntje daling van de rentevoet in Duitsland. Een tweede patstelling zit bij de samenwerking zelf. Dat Maastricht zo´n miskleun is heeft alles te maken met de formulering van de intergouvernementele conferenties en de ingewikkelde compromissen die er nu eenmaal moeten komen als men met z´n twaalven een akkoord wil bereiken zonder het met elkaar eens te zijn. Zonder te weten waar men naar toe wil. De Gemeenschap onderhandelt momenteel met nieuwe kandidaatlanden, maar weet zelf niet wat ze aan te bieden heeft als toekomstbeleid. Het ´f-woord´ (federalisme) is taboe geworden,, maar een andere zekerheid is nergens te bespeuren. Om het vertrouwen van de bevolking terug te winnen wordt gegoocheld met begrippen als subsidiariteit en transparantie. In plaats van te zoeken naar een beter en socialer beleid, wordt gezocht naar hoe de Gemeenschap van nu beter kan worden ´verkocht´. Willy De Clercq maakte in opdracht van de Commissie een rapport over het informatiebeleid dat niet met democratie en openheid maar alles met propaganda van doen heeft. In dat klimaat werkt Charta 91 aan zijn Europa-initiatief. Het zal meer moeten zijn dan een actie naar aanleiding van het Belgisch voorzitterschap dat op 1 juli begint. De crisis van vandaag is een uitnodiging om na te denken over de toekomst, over welk Europa we nu willen. Met het einde van de koude oorlog is een geheel nieuw tijdperk begonnen waarin ook Europa naar een nieuwe identiteit moet zoeken. De afgelopen 40 jaar hebben welvaart gebracht. Alle Westeuropese landen zijn democratieën geworden. Maar die welvaart én die democratie zijn bedreigd. Door een machteloos geworden overheid waarin de burgers hun vertrouwen verliezen en door een neoliberaal beleid dat ons sociaal systeem op de helling zet. In Midden- en Oost-Europa wordt weer naar de wapens gegrepen. Het enggeestig nationalisme en de onverdraagzaamheid nemen hand over hand toe. Nooit eerder was de behoefte aan samenwerking, aan een doelbewust beleid voor Europa groter dan nu. De zes maanden van het Belgisch voorzitterschap en de daaropvolgende campagne voor de Europese verkiezingen zijn een uitgelezen kans om het debat over de Gemeenschap te stimuleren en om duidelijk te maken wat voor beleid we willen. Het is niet verantwoord misprijzend op de instellingen neer te kijken zonder alternatief te bieden. Zoals het Charta-basismanifest het stelt, willen we ook dit debat in duidelijk politieke termen voeren.
Charta 91 stelde daarom een memorandum op met als eerste eis een grondwet, een duidelijke formulering van de doelstellingen van de Europese Gemeenschap. We vragen democratische instellingen en een open ruimte waarin alle burgers evenveel rechten hebben en zich vrij kunnen bewegen. We vragen een sociaal en economisch beleid dat rekening houdt met de problemen van de mensen en beantwoordt aan maatschappelijke doelstellingen. We vragen respect voor de multiculturele identiteit van Europa. We vragen een Europa dat solidair is met de derde wereld, een vredesbeleid voert en zich inzet voor democratische instellingen op wereldvlak.
Charta 91 staat niet alleen met die eisen. In alle Europese landen leven dezelfde vragen en verlangens. Daarom organiseren we een Europese conferentie om samen met anderen te zien hoe we kunnen werken. Om met burgers en bewegingen uit andere landen te zien hoe we ook Europees onze participatie in het politieke leven kunnen organiseren. Hoe we als burgers en bewegingen vorm kunnen geven aan democratische inspraak en controle over de grenzen. Wat we daarbij vooral niet mogen vergeten is dat de tijd dringt. Terwijl de politieke partijen en de vakbonden nog nationaal denken, zijn meer en meer beslissingen aan het verhuizen van het Europese niveau naar het wereldvlak. De Gatt en de G-7 nemen beslissingen waar geen enkel land zich kan aan onttrekken. Ook hieruit blijkt dat de formele democratische instellingen en procedures op nationaal vlak niet langer volstaan om het beleid te bepalen en te controleren. De internationale dimensie wordt een essentieel element van politieke actie. Daarom wil Charta 91 haar bijdrage leveren tot het zoeken naar gepaste formules om in eerste instantie op Europees vlak tot meer democratische inspraak te komen. Als de komende twaalf maanden tot een intensief en interessant debat daarover leiden, is de kans ook kleiner dat extreem-rechts zijn voordeel doet met de onverschilligheid van de burgers voor de verkiezingen. Het racisme van vandaag is een Europese kwaal. Met een open, solidair beleid kan de Gemeenschap een wezenlijke rol spelen in het bevorderen van een verdraagzame, leefbare wereld. En dat was tenslotte ook de droom van de enkele idealisten die na de gruwelijke oorlogsjaren gingen werken aan een eengemaakt Europa.
Van 19 tot 21 februari ´93 werd in Berlijn een vergadering georganiseerd van het Europees anti-racistisch netwerk, alwaar de illustere aanwezigheid gesignaleerd werd van Chartisten (naast uiteraard tal van andere leden/afgevaardigden van verschillende organisaties uit het gros van de Europese landen, zoals SOS-racisme France/Barcelona/Denemarken, SOS-Mitmensch Oostenrijk, Bundes Racismus Duitsland, Anti-Racist Alliance UK, Nederland Bekent Kleur, MRAX Brussel enz. Kortom, een aantal bewegingen die garant stonden/staan voor massale anti-racistische mobilisaties). De bijeenkomst had tot doel de contacten tussen de diverse initiatieven te bevorderen (kwestie van elkaar een hart onder de riem te steken en elkaars ideeën omtrent anti-racistische strijd te pikken) en een gemeenschappelijke werking uit te stippelen via het Europees netwerk (welke thema´s kunnen centraal staan en welke acties kunnen ondernomen worden?) Wat dit laatste betreft, werd beslist om rond 3 thema´s te werken:
De acties in de verschillende landen (maar ´all over Europe´) zouden zoals vorig jaar gepland worden op 21 maart en 9 november. Van de gelegenheid werd eveneens gretig gebruik gemaakt om ons Europa-initiatief in de verf te zetten. In eerste instantie met het oog op een maximale participatie van de uiteenlopende anti-racistische bewegingen in Europa op de juni-Conferentie en in tweede instantie om in het buitenland zoveel mogelijk mensen warm te maken om het initiatief -ook op termijn- mee te dragen. Hoewel velen duidelijk niet vertrouwd waren met een werking ´in de zijlijn van het politieke, sociaal-economische en culturele veld´, kan toch gesteld worden dat er enthousiast gereageerd werd op het voorstel (zelfs van dien aard, dat er even gevreesd werd voor een fluwelen staatsgreep : wordt het Europa-initiatief van Charta de centrale activiteit voor het Europees netwerk in het komende werkingsjaar?) Het netwerk steunt ons initiatief en meer moet dat niet zijn, dachten we zo. In elk geval een ervaring die we niet in de koelkast mogen stoppen. En nu maar hopen op een massale opkomst in juni.
Misschien schort er iets aan de communicatiestrategie van Charta 91, maar onze campagne ´Geen samenwerking met het Vlaams Blok´ is alleszins niet onopgemerkt voorbijgegaan aan de leiding van die partij. Op de persconferentie van 26 maart, waar Filip Dewinter de ´Operatie charme´ (met plaatselijke verdoving onder de hersenen) voorstelde, verklaarde de sympathieke voortrekker dat zijn partij "flink gehinderd wordt door de pogingen van Charta 91 om alle partijen een verklaring te laten ondertekenen dat zij geen ´ bestuursakkoorden zullen sluiten met het Vlaams Blok".
Eén maand na de start van onze actie zijn we in het bezit van de verklaringen van ongeveer 60 parlementairen en een 400-tal gemeenteraadsleden, van Menen tot Maaseik. De voltallige SP-fractie van de Mechelse gemeenteraad heeft de verklaring ondertekend, ook in Blankenberge is men druk aan het werk en meerdere burgemeesters hebben positief gereageerd. De reacties komen zowel uit SP-kringen als uit CVP, Agalev en Volksunie.
We ontvingen een brief van de heer Patrick Dewael, namens de VLD-kamerfractie, waarin gesteld wordt dat de VLD ideologisch en qua programma zo ver af staat van het Vlaams Blok, dat elke samenwerking uitgesloten is. Nochtans ondertekent hij (en dit werd ons ook schriftelijk gemeld door de heer Ward Beysen) de verklaring niet omdat ze volgens hem "te verregaand" is. Daarbij verwijst hij naar een voorstel tot resolutie ter verbetering van de parlementaire werkzaamheden, ingediend op 5 maart door een aantal fractieleiders (Dewael, Van Hecke, Colla, Van Grembergen, Michel, Langendries én Gerolf Annemans). Nog afgezien van het feit dat wij de grootste twijfels hebben over de ideeën die binnen de leiding van het Vlaams Blok heersen betreffende de parlementaire democratie, menen wij dat er grond tot gesprek bestaat met de politici van de democratische partijen over dergelijke ´technische´ samenwerking. Wij hebben dan ook een brief geschreven naar de Vlaamse fractieleiders om enig overleg dienaangaande op gang te brengen.
Wordt vervolgd.
In het landelijke dorp Lint, Kapelstraat 1, vinden we het Meihof, één van de acht centra voor kandidaat politieke vluchtelingen van het Rode Kruis in Vlaanderen.
In opdracht van het Ministerie voor sociale integratie, om aan 1 800 mensen, die in ons land asiel aanvragen, een tijdelijk onderdak te verschaffen, heeft het Rode Kruis in 1991 het Meihof in Lint opgestart. Zestig mensen worden er momenteel gehuisvest. De andere opvangcentra bevinden zich te Oostende, Brugge, Deinze, Avelgem, Wilsele, Turnhout en Overpelt. De vluchtelingen te Lint deden in de zomer van 1991 heel wat stof opwaaien. Angst voor het onbekende, vooroordelen en desinformatie zorgde voor protestakties van de plaatselijke bevolking.
Een groep vluchteling-vriendelijke mensen, die elkaar vonden onder de impuls van de affiche ´Lint, GASTVRIJ, ook voor vluchtelingen´ heeft toen via een pleidooi voor verdraagzaamheid het tij doen keren. Het centrum werd opengesteld, over het aantal bewoners werd een compromis bereikt.
Op 19 december 1991 kwamen de eerste bewoners aan te Lint, meestal oostblokkers, voorlopig geen kleurlingen. De rust keerde terug, en het dagelijks leven bewees dat de problemen erg overroepen waren. De asielzoekers zijn in de eerste plaats begaan met het vinden van werk. Een aantal van hen volgt de lessen in de Nederlandse taal, gegeven door vrijwilligers uit de omgeving, en de kinderen lopen school in De Wilg, de plaatselijke lagere gemeenschapsschool.
GASTVRIJ LINT, oorspronkelijk een kleine groep mensen, zelfzeker in hun stellingname, maar steeds voorzichtig en tegelijk alert om hun pleidooi onvermoeid voort te zetten, was voortdurend begaan met de rust in de dorpsgemeenschap.
GASTVRIJ LINT kreeg gaandeweg steun vanuit allerlei hoeken. Niet in het minst de toekenning van de prijs van de Liga voor de Mensenrechten 1991 was een bijzondere verrassing, een oprechte erkenning en een nieuwe krachtbron. De weerstand van de plaatselijke bevolking nam geleidelijk aan af, zowel in omvang als in kracht, en hoewel deze niet totaal verdwenen is, kunnen we stellen dat het centrum ongestoord wordt gelaten en rustig aanvaard is in de dorpsgemeenschap. Weinig of geen klachten, noch op het adres van het Meihof, noch bij de rijkswacht. Op 17 maart ll. ging in het cultureel centrum te Lint een vergadering door over het Vluchtelingenmanifest. Dit manifest is een acht-puntenprogramma over de rechtvaardige en humanitaire behandeling van asielzoekers. Dit is een initiatief van Welzijnszorg, Broederlijk Delen en het Overlegcentrum voor de Integratie van Vluchtelingen, en werd onderschreven door meer dan 70 verenigingen en werkgroepen van verschillende strekkingen. Het manifest roept eveneens op tot daadwerkelijke actie op gemeentelijk vlak. De 50 aanwezigen, allen afgevaardigden van plaatselijke verenigingen die het manifest mee ondertekenden, stelden unaniem dat het Meihof probleemloos moet kunnen worden opengesteld voor enkele tientallen asielzoekers meer.
Of, hoe goede wil, begrip en tolerantie de rust kunnen terugbrengen en garanderen in een dorpsgemeenschap zoals Lint. Tot spijt van wie ´t benijdt.
Nieuwe initiatieven i.v.m. onderwijs en werkgelegenheid.
Het gaat niet goed met het onderwijs. De school wordt steeds meer als een gevangenis ervaren. Niet alleen door heel wat leerlingen, maar ook door een groter wordende groep radeloze leerkrachten. ´N.V. De Wereld´ van 9 maart 1993 lichtte een tipje van de sluier op. Het werd een ´voyage au bout de la nuit´ met agressieve leerlingen en gedemotiveerde leerkrachten in de hoofdrol. Burn out in het kwadraat. In de nadagen van de twintigste eeuw overheerst de egonomics, het ´ikke en de rest kan stikke´. ´Cocooning´ heet het thans modieus. Het zoeken naar veiligheid, naar nestwarmte in een onveilige wereld. Ook op school, die steeds meer wordt opgezadeld met alle kwalen van een hardvochtige maatschappij : miserie, xenofobie, werkloosheid, racisme, drugs, zelfmoord, criminaliteit. Hand over hand sijpelen de maatschappelijke problemen een school binnen die steeds minder middelen en mensen toebedeeld krijgt.
Wijlen Daniël Coens zei het zo : "met relatief minder middelen (moeten we) meer en beter onderwijs verstrekken". LUC Van den Bossche tapt vandaag uit hetzelfde vaatje : efficiency, beheersing, rationaliteit, no nonsense, back to the basics, deregulering en schaalvergroting zijn de nieuwe orde- en jargonwoorden in het huidige technocratische discours waarmee een sputterende welvaatsstaat haar neoliberaal hachje probeert te redden.
Uiterst rechts maakt van deze malaise gebruik om een systematische werking op te zetten naar het onderwijs. Via leerlingen en Vlaams Blok-ouders wordt een intimidatiecampagne opgezet om het gedrag van en de lesinhoud van ´linkse´ leerkrachten aan de kaak te stellen. Het verzet hiertegen wordt bemoeilijkt omdat progressieve leerkrachten op zichzelf zijn aangewezen. Meer nog : in vele gevallen moeten zij werken in een latente, maar vooral dominante racistische sfeer, die hen compleet monddood maakt. Vooral in de beroepsrichtingen waar het witzwartdenken, de closed mind-exponent, elke genuanceerde benadering van een maatschappelijk probleem bijna bij voorbaat onmogelijk maakt. Daar vallen de meeste slachtoffers.
Voor Charta 91 blijft het onderwijs één van de belangrijkst ´middenvelden´ waarop de strijd tegen de verrechtsing moet worden gevoerd.
Een doeltreffende counter vanop dat middenveld kan alleen gelanceerd worden vanuit een democratische school, die echt openstaat voor alle leerlingen, ongeacht hun etnische of socio-economische afkomst.
Daarom willen we morele steun betuigen en meehelpen aan het ´herbewapenen´ van alle leerkrachten, over alle netten heen, die een democratische school voorstaan. Niet het onderwijs voor de besten is het beste onderwijs. Deze elitaire visie verwerpen we. Vanuit de emancipatorische visie die wij voorstaan is het beste onderwijs dat onderwijs waar zoveel mogelijk mensen uit alle bevolkingslagen beter van worden. Daarvoor is een ´zorgzame school´ nodig waar kwaliteitvan onderwijs ´gemeten´ wordt in termen van processen om bepaalde leer- en vormingsdoelen te bereiken.
We willen meehelpen aan het creëren van een zodanige leeromgeving dat alle leerlingen er zich veilig en gemotiveerd voelen om de aangeboden uitdagingen tot leren aan te pakken. Meehelpen aan het opbouwen van educatieve ateliers in democratie. Aan de vorming van kritische, tolerante én geëngageerde staats- en wereldburgers voor wie solidariteit geen lege huls is, maar een belangrijk element van zingeving. De school als nieuwe agora, als ontmoetings-en discussieplaats van vrijdenkende leerlingen. Slechts door de vorming van de echte ´homo politicus´, die betrokken is bij de polis, kan de anti-politiek, het populisme en de volksverlakkerij gecounterd worden.
Samen het tij doen keren, met en naar de volgende generatie toe. Dat is het opzet van een ambitieuze en langademige onderneming waarvoor wij een beroep willen doen op de vele eenzaam dolende leraars in Vlaanderen, die in maatschappelijk ongunstige omstandigheden vanuit hun klas weerwerk blijven leveren. Charta 91 wéét dat er nog heel wat pedagogische Don Quichotes, nog heel wat concreet-utopische werkers bezig zijn. De molens waartegen je te strijde trekt, worden echter des te groter naarmate je geïsoleerder optreedt. Daarom deze oproep : laten we samen ageren op en rond de schoolagora.
Hoe een en ander een concrete vorm zal krijgen, moet in de eerstvolgende maanden uitgeklaard worden, want Charta wil vanaf het begin van volgend schooljaar ondersteunend werk verrichte rond de schoolpoort.
Tijdens een eerste brainstorm op 10 maart met enkele leerkrachten, werd er gedacht aan een dubbele werkingsas : enerzijds naar het beleid toe, en anderzijds een ´basiswerking´ waarin wijons vooral zouden richten naar individuele leerkrachten.
Op het macroniveau willen wij de voorwaarden en de garanties voor een democratische school bepleiten. In een korte princiepsverklaring willen wij aandacht vragen voor een niet-selectievi democratische school waarin opvoeden tot verdraagzaamheid als een centrale opdracht voor elke leerkracht wordt gezien en waarin geen plaats kan zijn voor revisionistische ideeën en neonazileugens. Een school bovendien met bekwame (opleiding en navorming en maatschappelijk gewaardeerde (verlening !) leerkrachten. Een open school tevens, die bereid is op een ondubbelzinnige manier een non-discriminatiecode te onderschrijven Deze verklaring wordt gedaan ten individuelen titel, maar de oproep ertoe kan worden gesteund door een gamma van organisaties en personaliteiten, die zich solidair zullen verzetten tegen intimidatie en repressie van welke kant ook.
Op die manier proberen we de ´basiswerkers´ niet alleen ´en public´ een morele ruggesteun te bieden, maar willen we ook institutionele maatregelen afdwingen om scholen effectief tot educatieve ateliers in democratie om te vormen.
Deze princiepsverklaring zal publiek gemaakt worden op een grote bijeenkomst in het najaar. Eén van de bedoelingen ervan is een in het oog springend symbolisch moment te creëren, waarnaar kan worden verwezen ter legitimering van werking en houding in de school. Wij zien Charta daarbij als draaischijf functioneren, en niet ter vervanging van andere werkingen.
Wij willen de pedagogische Quichotes, de tegendraadse basiswerkers niet alleen een hart onder de riem steken, maar ook op zeer concrete wijze in contact brengen met boeiende ervaringen, initiatieven en organisaties, die bestaan rond educatieve ateliers in democratie. Ondanks het eerder ongunstige tij gebeurt er toch nog heel wat in klassen en schoten waarvan de vaak geïsoleerde veldwerker geen weet heeft. Presenteren van ´voorbeeldige´ zaken, contacten leggen om de schakels van gelijkgerichte praktijkmensen tot een ketting te smeden. Dat ook is een zeer belangrijk stuk van het opzet.
Wij richten ons in de eerste plaats tot leerkrachten van alle onderwijsniveaus en van alle netten, maar ook naar leerlingen en ouders, al dan niet georganiseerd, en evenzeer naar bvb. de socio-culturele sector (buurtwerk, jeugdwerk, theater, opvangcentra, specifieke migrantenorganisaties, filmwereld, enz.) die in gelijkaardige richting actief zijn.
Op die bijeenkomst willen wij ook het beleid en de grote sociale organisaties aan de tand voelen. Onbevangen, ook vanuit een kikkerperspectief. Democratisch over de democratische school. Het label van Charta als het ware.
Wie mee invulling wil geven aan deze onderneming, kan altijd contact opnemen met Eric Corijn, G. Lorandstraat 20, 1050 Brussel (02/511.66.93) Walter Lotens, Grétryrstraat 2-c, 2018 Antwerpen (03/239.54.90)
Massale en brutale herstructureringen, ondernemingen die hun activiteit verplaatsen naar betere oorden (Hoover), besnoeiingen op werkloosheidsuitkeringen, een recessie die haar prijskaartje inzake arbeidsplaatsen aflevert, ´jobloss´ productiviteitsgroei... Om het eufemistisch te stellen : arbeid ondergaat grondige mutaties in onze samenleving. De sociale crisis die hiermee gepaard gaat, vormt een uitstekende voedingsbodem voor uiterst rechts. De afwezigheid van een doortastend en effectief beleid ten aanzien van een dergelijk probeem, versterkt niet alleen populistische tendenzen, maar ook apathie en depolitisering.
Dit zagen we opnieuw bevestigd door de jongste verkiezingen in Frankrijk. In een opiniepeiling gepubliceerd in Libération van 29 maart waren 63% van de ondervraagden (en 71% van PS-leden of sympathisanten) ervan overtuigd dat het onopgelost werkloosheidsprobleem de belangrijkste factor was die de verkiezingsnederlaag van de Franse socialisten bewerkstelligde. En de rechterzijde won in Frankrijk vooral door knock out van de tegenstander. Zo vinden we onder de niet-stemmers 43% burgers met progressieve sympathieën, terwijl 28% rechtse kiezers zich onthielden. De overige 29% herkende zich nergens in, aldus dezelfde opiniepeiling.
Deze kleine uitweiding om -in afwachting van onze volgende verkiezingszondagen -toch even te wijzen op de verdergaande ontwrichtingstenomenen die de Europese landen treffen. Met het Chartaforum Werkloosheid willen we de werkloosheid opnieuw centraal in het maatschappelijk debat brengen. De inzet ervan is duidelijk: ofwel drijven we af naar een volledige duale samenleving, ofwel weigeren we de menselijke en politieke prijs voor een dergelijke evolutie te betalen en zoeken we naar remedies opdat het roer omgegooid zou worden. Het gemeenschappelijke uitgangspunt is de balans van 12 jaar beleid en de noodzakelijke verdediging van basisrechten zoals het recht op arbeid en inkomen. Hoewel we een grondige discussie nodig achten, waarbij kant en klare oplossingen niet zomaar te vinden zijn, beogen we geenszins een louter academische activiteit te ontplooien. Het aspect ´ritme´ is hier niet onbelangrijk. Na twaalf jaar tunnels in, uit en weer in, kan er moeilijk op een gunstiger economisch klimaat gewacht worden, terwijl Charta in katacomben een alchemie voor volledige werkgelegenheid uitvindt. Daarom wensen we een concreet debat aan te zwengelen, waarbij de verschillende discussies rond de werkloosheid (laaggeschoolden en herscholing, arbeid en zingeving, arbeidsduurvermindering en basisinkomen, relancepolitiek,...) samengetrokken worden, om aldus kruisbestuiving te bevorderen en een kader voor oplossingen te scheppen. Wij nodigen alle geïnteresseerden uit deel te nemen aan de werking van het Chartaforum Werkloosheid.
Geregeld zullen we discussiebijdrages via kranten publiceren (er verscheen reeds een ´opener´ in De Morgen van 2 april). Naast het organiseren van debatavonden gaan we ook de discussie aan over het memorandum dat Charta 91 samen met gelijkgezinden uit Europa aan de Belgische voorzitter van de Europese ministerraad wil voorleggen. Dit om de kwestie van de werkloosheid ook op een Europees niveau te tillen. In het najaar, op zaterdag 23 oktober 1993, organiseren over dit alles een discussiedag.
Vergaderdata (telkens in het Charta-secretariaat, Transvaalstraat 8, 2600 Berchem) woensdag 28 april om 19.30u woensdag 26 mei, idem woensdag 30 juni, idem
Kan kunst de wereld redden? Moet kunst een kwelling zijn? Moet je kunstenaars vrij laten? Moet je kunst begrijpen om ervan te houden?
De aanspreekbare Antwerpenaar in ons moet de antwoorden vooralsnog schuldig blijven. Vervang ´kunst´ door ´politiek´ en hij staat helemaal met zijn mond vol tanden. Catalogiseren onder slogans met een vraagteken dan maar? Misschien, maar een vraag kan een aansporing zijn tot enig denkwerk -tenminste een begin. Waarom de politiek dan niet eens bevragen over kunst, dacht de themagroep cultuur. Na hevige discussies, onderhuidse dreigementen, wisselende coalities -ja, het gaat er echt democratisch aan toe In die groep, besloten we om enkele pertinente vragen over cultuur op te stellen. Met het oog op de verkiezingen van volgend jaar zullen we ons daarbij op het gemeentelijk beleid richten. Geen enkele democratishce partij zal er aan ontkomen : respons of niet, conclusies volgen. Daar kunnen we dan verder mee werken : publicatie van antwoorden, organisatie van hoorzittingen op lokaal vlak, het zijn nog maar ideeën. Wie geïnteresseerd is, slechts één adres : Eicker-lk, Breughelstraat 31-33, 2008 Antwerpen, elke eerste maandag van de maand om 19u (uitgezonderd juli en augustus).
Verder werd ´Hommage-Paysage´ voorgesteld : ´een multimediaal project rond de aanvang van de bevrijding van Europa vanonder het nazi-juk : D-Day in Normandië op 6 juni 1944´. De organisatoren stellen dat deze gebeurtenis heeft plaatsgegrepen op de verkeerde plaats en misschien ook wel op het verkeerde tijdstip. Op 6 juni 1994, 50 jaar na datum, wordt de invasie overgedaan. Deze maal op de stranden van het Noord-Franse Pas De Calais. Kunstenaars allerhande worden opgeroepen om die dag op de stranden tussen Cap Blanc Nez en Cap Griz Nez projecten te tonen en/of uit te voeren rond de gedachte van de herbevrijding van Europa anno 1994. Wie wil kennismaken met het project kan dit doen van 4 juni tot 30 juli 1993 in Alden Biesen (tel. 089/23.45.30).
Inlichtingen bij Jozef Moerloos, Westerlaan 1 3, 9100 Sint-Niklaas (03/766.29.94) of Zjuul Devens, Snelle Windstraat 75, 3950 Bocholt (089/47.1 6.69).
De werkgroep B&P zal met twee initiatieven bijdragen tot het Europa-project.
Beide initiatieven moeten nog verden uitgewerkt worden, net zoals de volgende twee ideeën.
Ter herinnering : B&P vergadert elke laatste woensdag van de maand in het Charta-secretariaat.
Charta Brussel zit niet stil. Wel werd in stilte gewerkt aan de concretisering van verscheidene projecten.
Vooreerst is er in het kader van de ´kuisheidsgordel´ rond het Vlaams Blok een eerste mailing naar de mandatarissen in het Brusselse gebeurd. Daarnaast organiseren we de verspreiding van de ´cafébrief´ en werken we mee aan ´Brussels gekleurd´ (zie elders nog in dit nummer).
Een tweede spoor is het ´Europa-initiatief´. Naast een actieve inschakeling in de werking zelf, zoeken we In het Brusselse Chartisten (Chartanen?) die tussen 17 en 19 juni internationale gasten kunnen ontvangen of logeren. Brusselaars die ons hiermee willen helpen, worden verzocht een seintje te geven, hetzij op het secretariaat (tel. 03/230.69.13), hetzij aan een van de Brusselse verantwoordelijken (zie hiernaast).
Bovendien bevinden we ons ook nog in de voorbereidingsfase van een reeks activiteiten rond ´Burgerschap in Brussel´. We vergaderden reeds in een werkgroep met het Masereelfonds, de Huurdersbond, Fondation Jacquemotte en Charte 91. Tijdens de volgende vergadering van deze werkgroep (zie kalender) zal het gezamenlijk project verder uitgewerkt worden. De volgende vergadering van Charta Brussel vindt plaats op woensdag 21 april om 19.30u in Mort Subite met op de agenda : het ´Cordon sanitaire, Europaffaires, burgerschap in Brussel. Vanaf dan vergaderen wij elke 3de woensdag van de maand in dit historische café. Tot dan !
Hoewel de lentekriebels nog niet uitgewerkt zijn, denken wij al aan de eindejaarsfeesten. Bedoeling is op de markt te komen met één of meer wenskaarten rond het thema solidariteit en verdraagzaamheid. Daarvoor lanceren we een ontwerpwedstrijd voor jongeren van 7 tot 77 jaar. Concreet zijn er drie kategorieën : Lager onderwijs. Middelbaar onderwijs en 18+.
Meer inlichtingen hierover vindt u in de volgende Nieuwsbrief. Op 30 maart was er een verkennende vergadering met Democratie 94 en Hand in Hand Gent. Daar werd besloten aan de hand van concrete voorstellen te bekijken of samenwerking mogelijk is naar de gemeenteraadsverkiezingen van ´94 toe. De volgende vergadering gaat door op dinsdag 19 mei om 20u, waarschijnlijk in de Vooruit. De vergaderingen van Charta Gent gaan vanaf nu door telkens op de eerste donderdag van de maand. Een vaste locatie hebben we helaas nog niet gevonden, dus graag een telefoontje naar de verantwoordelijke. Tot dan.
STRATEGISCH PLAN VOOR ANTWERPEN : WIE WORDT ER BETER VAN ?
Onder die titel organiseert Charta Antwerpen een drietal discussieavonden. Het strategisch plan regio Antwerpen werd opgesteld onder impuls van de heer Paul Buysse, voorzitter van de Antwerpse Kamer van Koophandel. In zijn voorwoord bij het plan schrijft hij : "Meer dan twee jaar werd gewerkt, gestudeerd en vergaderd om elk facet van Antwerpens potentiële slagkracht te analyseren. De overlegstructuur die hierbij tot stand kwam is vermoedelijk een staaltje van hoe een democratie echt moet werken. Het zou diegenen die twijfelen aan de haalbaarheid van een overkoepelende, pluralistische actie vertrouwen moeten schenken."
Geïnteresseerd, maar lastig als we zijn, willen we het plan aan een kritische bespreking onderwerpen. Daartoe plannen we drie avonden rond de thema´s : algemene krachtlijnen, sociale aspecten en politieke haalbaarheid. Neem je agenda. De eerste bijeenkomst vindt plaats op woensdag 19 mei om 20u in de polyvalente zaal van het Zuiderpershuis, Waalse Kaai 14 te Antwerpen. Mensen die actief hebben meegewerkt aan de opstelling van het plan zullen worden ondervraagd door een drietal Antwerpse journalisten, en door u. Indien u vooraf enige schriftelijke informatie wenst over ´s plans inhoud, schrijf dan een briefje naar Charta 91, Transvaalstraat 8, 2600 Berchem.
De auteur is ROSSEM-coördinator Brussel-Noord en binnen het Kerncomité verantwoordelijk voor het dossier ´Binnenlands Beleid en Defensie´
In deze vrijwel nieuwe rubriek komen controviersiële meningen en gedachten aan bod. De ingenomen standpunten binden uiteraard enkel de auteur, niet het netwerk. Wij hopen dat deze artikels de discussie en de nadenken over hete hangijzers zullen stimuleren. Reacties of nieuwe gezichtspunten zijn welkom op het Charta-adres. Inzendingen kunnen worden ingekort of als ongeschikt geweigerd.
Het libertijns gedachtengoed van ROSSEM, wat overigens staat voor Radicale Omvormers en Sociale Stijders voor een Eerlijker Maatschappij, wordt omschreven in het boek "Libertijnse Breekpunten" van Jean-Pierre Van Rossem (uitgegeven bij De Prom in 1992). Blijkbaar hebben de tegenstanders van ROSSEM dit niet (goed) gelezen, of interpreteren ze selectief, of getuigen ze gewoon van kwade wil, of rijzen er persoonlijke aversies ten opzichte van de figuur van Van Rossem. Feit is dat de kritiek zelden steunt op kennis van zaken.
ROSSEM vertrekt van vier basisprincipes, waarop alle standpunten gestoeld zijn:
Als we alleen al ons standpunt Inzake migranten bekijken, gaan we daarin, samen met Agalev, het verst van alle in het parlement vertegenwoordigde partijen. Waar Agalev voorstander Is van algemeen stemrecht, verbindt ROSSEM hieraan de voorwaarde ´diplomatieke wederkerigheid´. In een multiculturele samenleving is het noodzakelijk dat de landen van de wereld verdragen ondertekenen, waarin wordt bepaald dat alle inwoners van een land - welke ook hun oorspronkelijke nationaliteit moge zijn -stemrecht hebben.
´Stemrecht op basis van diplomatieke wederkerigheid´ is gebaseerd op twee ideeën. Primo op het Amerikaans principe ´No taxation without representation´ (vrij vertaald: ´Wie belasting betaalt, heeft ook het recht zijn vertegenwoordigers te kiezen´). Secundo op wereldburgerschap en multicultureel samenwerken. Het stemrecht wordt onmiddellijk toegekend - en niet bijvoorbeeld pas na vijf jaar verblijf, zoals ´Objectief 479.917´ bepleit - en de beperking van de diplomatieke wederkerigheid wordt omzeild als de migranten afkomstig zijn uit dictaturen. Dan verkrijgen ze automatisch stemrecht. De andere kant van de medaille is een preventief-repressieve. Zo wil ROSSEM alle vluchtelingen die géén politieke motieven hebben, weren, omdat het onze economie ten slechte komt, met alle gevolgen vandien: onderbetaalde arbeid, vervalsen van het economisch beleid, oncontroleerbare vreemdelingenhaat die ontstaat vanuit kansarmoede, kortom: een vicieuze cirkel. Ook de zware criminaliteit (drugdealen, bendediefstallen, enz.)willen wij afremmen door de veroordeelde migrant - na een eerlijk én volledig proces - zijn gevangenisstraf te laten uitzitten in het land van afkomst. Dit lijkt misschien op een Vlaams Blok-slogan, doch het is een louter afschrikmiddel en leunt sterk aan bij de visie van het gewezen Koninklijk Commissariaat.
ROSSEM wordt nogal systematisch geweerd uit de debatten. Democratisch? Ook op de Charta-hoorzitting van november jl. werden wij niet uitgenodigd. De CVP en de SP waren er wel. De eerste maakte nochtans Wivina Demeester publiekelijk af toen zij het stemrechtdebat wilde openen, de tweede is in principe voor stemrecht op gemeentelijk vlak, maar vindt dat het nog niet aan de orde Is. Typisch voor de vaagheid en besluiteloosheid van de traditionele politieke families.
Conclusie: ROSSEM is een nieuwe factor in de Belgische politiek. Het is géén éénmanspartij (het is zelfs geen partij!) en als pluralistisch-ecocentrische beweging streef ze naar diepgaande contacten met basisbewegingen, hopelijk geldt dit ook omgekeerd. Een multiculturele samenleving is voor ons geen doel, maar een middel om tot een geweldloze, verdraagzame en milieuvriendelijke wereld te komen.
Wordt Antwerpen straks overspoeld door de bruine vloedgolf? Is geen blauwe steen bestand tegen het aangekondigde springtij van extreem-rechts? Hopelijk loopt het zo´n vaart niet. Een versteviging van de waterkeringsmuur dringt zich echter op. Geen paniek. 101 zandzakjes kunnen misschien wonderen verrichten. Nu al weer zestien jaar geleden organiseerde KIS het Eerste Festival van de Immigrant in de Olympiahal, toen nog de catch- en bokstempel op het Zuid. Dat was blijkbaar niet naar de zin van een illustere onbekende uit een gekend milieu. Tijdens de tweede editie een jaar later meldde hij dat er een bom zou ontploffen en ´dat er 500 makakken de lucht in zouden vliegen.´ Het waren er meer dan 500, maar de bom ontplofte niet !. Meer dan 1000 aanwezigen stonden twee uur lang te blauwbekken in de novemberse vrieskou. Bomvolle zaal, dat werd dé insiders joke om de daaropvolgende edities in de Handelsbeurs te omschrijven. Het zag er zwart van het volk tussen de pilaren en onder de gewelven. En KIS deed wat niemand voor hen deed: de immigranten bereiken, zoals dat toen heette. Het waren tijden.
Op 15 mei 1993 organiseert KIS het 15de Festival van de Immigrant. Het Festival is doorhen de jaren uitgegroeid tot een multiculturele manifestatie met weerklank ver buiten de Antwerpse stadsmuren. Vijf jaar geleden gooide KIS de deuren open en trok straten en pleinen op. Het jaarlijkse Festival werd telkens de aanleiding om brede initiatieven op poten te zetten. KIS speelde een voortrekkersrol in de kampagne Gastvrij Antwerpen, organiseerde de handtekeningenaktie Close Harmony en was de motor achter de postkaartenaktie. Zie de toekomst niet zwart in. Die traditie wordt verdergezet.
In 1993 wil KIS de stad aan de stroom omdopen tot ´Stad met een droom´. Dat is een ambitieuze naam voor een bescheiden projekt: laten zien dat multicultureel samenleven in Antwerpen een levensvatbaar projekt is. Stad met een Droom is niet de titel van een sprookje uit Duizend-en-één-nacht. Tientallen organisaties en initiatieven bewijzen dat multicultureel Antwerpen leeft. Stad met een Droom wil in de eerste plaats bundelen, in het beste geval stimuleren. Het opzet is om in de weken rond het Festival van de Immigrant naar buiten de treden met honderdenéén (101) aktiviteiten. Als symbolische begin-en einddata werd gekozen voor 1 mei (Feest van de Arbeid) en 20 mei (Rerum novarum), graag te interpreteren als uitnodigend knipoogje naar resp. socialistische en kristelijke arbeidersbeweging. Honderden brieven gingen intussen de deur uit met het sociale, culturele, politieke, syndicale... verenigingsleven als bestemming. De vraag was duidelijk: organizeer iets en laat het weten. De respons op de brief wordt gebundeld in een kalender-affiche, die samen met Antwerpen Helemaal Anders op grote schaal zal verspreid worden vanaf 1 april. De ogen van Europa zijn op Antwerpen gericht. De kalender-affiche moet zichtbaar maken dat er naast het zogenaamde racistische Antwerpen van de stemhokjes ook nog een Helemaal Anders Antwerpen is. In onze Stad met een Droon vloeit er een brede en krachtige stroom tegen racisme en onverdraagzaamheid. Tientallen akties en initiatieven leveren het bewijs dat de Antwerpse waterkeringsmuur tegen het onzalige springtij nog stevig overeind staat. Het project Stad met een Droom wil Antwerpen wakker en alert houden.
Naar aanleiding van het Festival op 1 5 mei nam KIS het initiatief tot de uitreiking van een multiculturele onderscheiding. De organisatie zocht en vond inspiratie bij een Antwerpse chocolatierstraditie: de Antwerpse handjes. Het (opgeheven) handje is een vingerwijzing naar het stopsymbool van de anti-racistische beweging ´Touche pas a mon pote´. En hoeft het gezegd dat er chocolade voorhanden is in alle kleuren en smaken? Het Antwerpse Handje zal jaarlijks uitgereikt worden aan een individu of organisatie die zich verdienstelijk heeft gemaakt in het streven naar een multiculturele en verdraagzame samenleving. Rekening houdend met het Antwerpse karakter van het Festival, zal de onderscheiding toegekend worden aan een organisatie of individu uit het Antwerpse, maar grensoverschreiding is niet uitgesloten. In eerste instantie is het echter de bedoeling om kleinschalige initiatieven met stedelijke of regionale uitstraling in de nationale kijker te plaatsen. De laureaat wordt gekozen uit een lijst van vijf genomineerden die vooraf bekend worden gemaakt. Individuen of organisaties die in aanmerking menen te komen voor een onderscheiding, of die iemand willen voordragen, kunnen op eenvoudige aanvraag een nominatieformulier bekomen op het KIS-secretariaat. Een Antwerps kunstenaar is momenteel druk in de weer met de kreatie van een unieke trofee. Uitreiking op 15 mei 1993 in de Antwerpse Stadsfeestzaal.
Enkele maanden geleden besliste de stuurgroep van Charta 91 om 1% van onze inkomsten af te staan aan een project in de Derde Wereld. Elke zes maanden zal een ander project die geringe financiële steun ontvangen. Als je dus suggesties hebt betreffende een interessant, concreet project kan je ons dat altijd laten weten door contact op te nemen met het Charta-secretariaat. Hier stellen we je het eerste project voor dat werd uitgekozen :
1973-1993 : HET PROJECT LAMPA
Twintig jaar geleden werd in Chili de regering van president Salvador Allende door een bloedige staatsgreep omvergeworpen. Duizenden mensen werden door het leger vermoord. De militaire dictatuur, onder de leiding van generaal Pinochet, regeerde met ijzeren hand en vernietigde elke vorm van oppositie en zelforganisatie. Weer dan 200.000 Chilenen vluchtten hun land uit. Tienduizenden kwamen in Europa terecht, zonder middelen van bestaan, opgevangen door solidariteitscomités. Elke vluchteling heeft zijn en haar eigen verhaal.
Vier jaar geleden werden in Chili voor het eerst min of meer vrije verkiezingen georganiseerd, gevolgd door een schuchter herstel van de democratie, maar met een alomtegenwoordig militair aparaat, een democratie onder voorbehoud. Voor de bannelingen bood het echter de mogelijkheid om naar hun land terug te keren. Enkele tienduizenden hebben reeds de stap gezet, maar het blijft een moeilijke keuze na zo´n lange tijd. Elke banneling heeft haar en zijn eigen verhaal.
Het LAMPA-PROJECT is het verhaal van Antonio en Cristina Maldonado-Flores. Lampa is de naam van de gemeente nabij de hoofdstad Santiago, waar Antonio Maldonado werd geboren als zoon van een landarbeider-boerenleider. Tijdens de regeringsperiode van het Volksfront werd het domein van de plaatselijke grootgrondbezitter onteigend en verdeeld onder de landarbeiders. Antonio´s vader organiseerde een landbouwcoöperatie, die in de zomer van 1973 uit 22 families bestond. De staatsgreep maakte een einde aan dit succesvolle initiatief. De vader en één van Antonio´s broers werden door de militairen gefolterd en vermoord. Hijzelf kon ontsnappen en vluchtte met zijn vrouw Cristina naar de Belgische ambassade en vandaar naar ons land. Bijna twintig jaar hebben zij hier gewoond, gewerkt en vrienden gemaakt. Nu wensen zij terug te keren naar Lampa om opnieuw een landbouwcoöperatie op te bouwen. Om hen te steunen hebben een aantal mensen het LAMPA-KOMlTEE: opgericht. Charta zal dus gedurende een half jaar 1% van de inkomsten ter beschikking stellen van het comité.
Indien je zelf een financiële bijdrage wil storten of overmaken, kan je dat doen op rekeningnummer 132-6390011-80 van ´Sober voor Anderen´ te Lommel, met vermelding LAMPA. Giften vanaf 1.000 frank zijn fiscaal aftrekbaar. Het Lampa-comité organiseert op zaterdag 29 mei een solidariteitsavond (aanvang i9u) in het Zuiderpershuis te Antwerpen. De toegangsprijs bedraagt 250 frank (voorverkoop 200 frank). Inlichtingen over het programma kan je bekomen op tel. 03/231.01.64
Op eenvoudige aanvraag (schriftelijk of telefonisch) kan u nog steeds beschikken over het volgende materiaal (gratis te verkrijgen)
Ik ben een ongeduldig mens en dat weet ik.
Ik kan niet tegen gezeik.
Niet tegen het radiogeronk van vakbondsbonzen die "met klem protesteren tegen de afschuwelijke moordpartijen waarbij duizenden slachtoffers weerloos worden afgeslacht".
Alsof er ook vrolijke moordpartijen bestaan waarbij duizenden slachtoffers -entoesiast meewerkend- van puur plezier de slappe lach krijgen!
Niet tegen de tamtam analyses van politici die het voortdurend hebben over "het zus-effekt en het zo-syndroom, over het dit-principe en het dat-tijdperk". Terwijl tegelijk overduidelijk is dat ze zich uitsluitend in het openbaar krabben omdat ze jeuk krijgen aan hun autoriteit!
Niet tegen het gesemmel van wetenschappelijke onderzoekers die na duizend diepte-interuiews en evenveel volgeschreven gortdroge pagina´s dapper konkluderen dat voetgangers meestal de gewoonte hebben zich voort te bewegen zonder wielen. Alsof we dat nog niet wisten.
Niet tegen het gezaag van literatoren die drie romans fleuve nodig hebben om een levenslang overspel te beschrijven. Terwijl elke gemiddelde sukkel al lang met één weekend toekomt.
Ik kan dus niet tegen gezeik.
Langs geen kanten.
Maar het meest van al heb ik een hekel aan schrijfsels van kuituurpessimisten, onheilsprofeten en andere doemdenkers.
Af en toe lees ik -als vriendelijke vorm van zelfkwelling - iets van hun fin-de-sciècle gemopper. Toch behoort een kerel die Finkelkrauts ´Ondergang van het Denken´ op zijn nachtkastje heeft liggen, en er voor het slapengaan aan zijn vriendin uit voorleest, absoluut niet tot mijn favorieten!
En ik spuw vuur als vragenstellers beginnen te zeveren over ´de ontlezing van onze maatschappij´, en auters voortdurend lastig vallen met de brandende kwestie of "zij ervan overtuigd blijven dat in deze tijd van beeldkultuur, literatuur nog wel een funktie heeft?".
Ik krijg daar het schijt van omdat literatuur -net als muziek, motorrijden, natuur en politiek- een zo grote funktie heeft dat ik het me niet eens afvraag.
Het is als eten en ademen.
Zonder dat kan ik niet leven. Maar ik haat dit gezwets vooral omdat deze kretenmetselaars met hun kaboutertalenten irritant konstant de Pedante Pedagoochelaar uithangen. En dit verkleuterend opvoeden van kinderen en andere volwassenen vind ik -persoonlijk-.alweer iets zeer onbeleefds.
Alhoewel...
Eén week terug was mijn vertrouwen in de mensheid toch ook diep geschokt. Mijn buurvrouw ging op skivakantie, en ik zou voor haar poes zorgen. Dat was een bijzonder verleidelijk voorstel, omdat diezelfde buurvrouw sinds kort een flitse televisie heeft. Iets wat ik al meer dan twintig jaar niet meer bezit... Zo kwam ik op dinsdagavond om twintig over acht zappend bij "All you need is love" terecht.
Ik keek de ogen uit mijn kop.
All you need..." is een programma dat mensen samenbrengt die daar zelf niet goed in slagen. Wie een nieuwe liefde wil benaderen, of juist een oude, kan terecht bij Robert ten Brink..
Hij helpt.
Hij gaat bij de ene partij langs, haalt de andere naar de studio, verzint een list, en verzoent waar mogelijk. Manipulatie van gevoelens maakt hij tot vreugde voor alle betrokkenen. ´Zullen we het weer goedmaken?" vraagt een meisje voor de kamera aan haar ex-vriend. En onder het toeziend oog van presentator Robert en drie miljoen kijkers gebeurt dat ook.
Een jongen die naar een video kijkt waar zijn vroegere vriendin een verzoeningsbrief voorleest, zegt :"Dit had ik nooit verwacht, dit vind ik zo mooi en zo ...direkt".
´k weet niet wat ik hoor!
Als alles voorbij is,vergeet ik prompt de poes eten te geven.Ik doe de T.V. uit met de volslagen kalmte die bij totale verbijstering hoort. Ik loop naar huis terug op boze benen en met een kop vol storm.
Behalve de misselijk makende zoetsappigheid kots ik vooral van het feit dat volgens dit programmaprincipe de televisie moet slagen waar het leven van deze mensen faalt.
Voor de gasten in "All you need..." is het niet de T.V. die mensen autistisch maakt, zoals mediaprofeten graag beweren.
Voor hen is het die werkelijkheid die autistisch is, en nu tegengewicht moet krijgen van een televisie die dan sociaal wordt.
Dit besef is voor die avond de absolute ondergang van mijn denken.
Ik heb een weeë smaak in mijn mond, en lig woelend wakker in bed.
Ik ben er opeens ook rotsvast van overtuigd dat iets als Charta 91 nog zoveel nodiger is dan ik toch al dacht
Juist omdat ik geloof dat wat Julian Barnes over liefde schrijft, ook voor politiek waar is :"We must believe in it, or we´re lost".
Ik denk dat niet alleen.
Ik weet het zeker.