Nieuwsbrief 16


November 1996

Van van zwarte zondag tot witte zondag
(Zelf)analyse
Vermogensbelasting
Vijf jaar contract met de burger:
Asielcentrum te kapellen? Een reactie van agalev kapellen
Twee jaar nieuwe (?) wind i n Antwerpen
Verkwiste jaren ? Interview met Mil Kooyman
Gefaxt...

Download

Top

Van van zwarte zondag tot witte zondag

Eric Corijn

Horen, Zien en nooit meer Zwijgen

Vijf jaar na Zwarte Zondag sleept België zich door een aangekondigde institutionele crisis. Dit keer kwamen ruim een kwart miljoen mensen de straat op. Een zoveelste signaal van de burger. Een zoveelste opwelling van het ´genoeg-gevoel´ en van ´nu moet het anders´.

Wat bij zo´n crisis vooral opvalt, is de plotse intensivering van de ´discursieve activiteit´, van het praten, becommentariëren en legitimeren. Vooral de machtigen willen de beweging zo snel mogelijk recupereren en dat gebeurt via het ´spreken in de plaats van...´ De media spitsen zich toe op ´het onder woorden brengen´ van de crisis. Experten van allerlei slag worden aan- en afgevoerd. In een eerste fase had je de psychologen en de psychiaters die - zonder ooit de patiënt te hebben ontmoet (eigenaardige diagnosepraktijk) - met allerlei beschrijvingen het ´Absolute Kwaad´, het ´Monsterlijke´ bespreekbaar maakten. Dan kwamen de cultuursociologen uiteenzetten hoe een samenleving aan elkaar hangt met rituelen en hoe de mensen op zoek waren naar een ´Witte Prins´, een ´Reddende Engel´, net zoals in de sprookjes. Vervolgens was er nood aan de discussie over wie er nu van de parketten, de rijkswacht of de gerechtelijke politie wel en niet zijn werk had gedaan. Dan hoor je de orakels over de principes van de rechtstaat, de scheiding der machten en de regels van het onderzoek. Tenslotte gaat het over ´De mars van de eeuw´ en ´ De belangrijkste manifestatie in de Belgische geschiedenis´. Voorlopig alleen een discussie welteverstaan, met vele rapporten. Op concrete maatregelen "mag (meestal) niet vooruitgelopen worden". Concreet - en niet tegensprekelijk! - waren wel de dreiging met een sanctie voor procureur Bourlet of advocaat Hissel en de afzetting van onderzoeksrechter Connerotte!

Interpretaties en analyses. Veel gepraat, waarin altijd het ´abnormale´ wordt uiteengezet en het ´normale´ wordt verdedigd als een natuurwet. Weinigen verklaren hoe het ene met het andere verbonden is. Woorden, die net altijd een iets andere kijk dan de ´gewone mensen´ verdedigen. Daarmee, met een net iets ander verhaal, legitimeren de specialisten hun loon. Sommige experten vinden nu wel dat het signaal aanleiding moet zijn tot enkele aanpassingen. De meesten wachten op het moment dat de druk vermindert, zodat de instellingen zich binnenskamers met inachtneming van alle belangen kunnen bezinnen.

Het tij zal nogmaals niet worden gekeerd. Vijf jaar geleden hebben we als ´nieuwe burgers avant-la-lettre´ opgeroepen om de successen van het Vlaams Blok te begrijpen als een symptoom van een dieperliggende maatschappelijke ontwrichting. We vroegen maatregelen om drie trends om te buigen: de toenemende sociale ongelijkheid, het democratisch deficit en de culturele vervlakking. We hebben de antipolitiek afgewezen en riepen de mensen op tot een dialoog met politici en mensen uit de instellingen. Tientallen initiatieven werden genomen, vele manifesten werden voorgesteld. Zolang de mensen met macht dachten dat er enige bedreiging uitging van die bewegingen gingen ze vlot in op uitnodigingen tot overleg en discussie, in het publiek en in besloten kring. De politiek zou zich vernieuwen, het dienstbetoon zou worden afgebouwd, de partijvernieuwing zou een andere politieke cultuur van openheid en dialoog teweegbrengen, er zouden overal hoorzittingen komen, de prioriteiten zouden worden bij gesteld...

Wat is daar van geworden? Met De Croo is de ´Partij van de Burger´ opnieuw gewoon de liberale zuil geworden. Van Hecke ging een liefde te ver en Van Peel werd een consensusvoorzitter door aan de conservatieve vleugel toe te geven tegen de samenlevingscontracten, tegen de abortuswetgeving. De SP is via de Agusta-kater de partij van Tobback geworden, waarin de enig haalbare politieke vernieuwing in neoconservatieve richting gaat. En de nieuwe burgers werden in de marginale hoek gepraat.

Van het establishment kan je dat verwachten. Maar de nieuwe geslotenheid strekte zich uit tot het geheel van de instellingen, ook het parlement. Hand in Hand kon honderdduizenden mensen mobiliseren, Objectief verzamelde een miljoen handtekeningen, de beweging tegen het Globaal Plan omvatte honderden bedrijven en duizenden betogers....Er was nauwelijks enige discussie in het parlement. De vertegenwoordigers van het volk zitten gedisciplineerd door partij, fractie en regering te wachten op instructies van hogerhand. Spreekbuizen van burgerinitiatieven zijn er nauwelijks. Politici omwille van iets anders dan dienstbetoon aanspreken, is zeer frustrerend. De depolitisering van de politiek is adembenemend. En die politici die het wel anders wilden, werden snel door de politieke agenda-setting en door de apparaten fijngemalen. Ook voor hen werken de actieve burgers op een ander ritme en met ´onredelijke´ standaarden. De frustratie is dus beiderzijds.

Gedurende de laatste vijf jaren is - alle Zwarte Zondagen ten spijt - alleen gewerkt aan de monetaristische Maastricht-politiek. Elk jaar opnieuw werd er zwaar bespaard op de openbare uitgaven. De deflatoire politiek werd strikt verdergezet ter meerdere glorie van de ´concurrentiecapaciteit van onze bedrijven´. Het was die bewuste keuze waardoor een reële bestrijding van de werkloosheid onmogelijk werd en waardoor de belangrijkste staatsuitgave elk jaar opnieuw de interestbetalingen aan de beleggers bleef. Om daarover geen enkele discussie toe te laten, waren er volmachten nodig. Over een nieuwe politieke cultuur gesproken.

Daarenboven moet het zegebulletin van Dehaene met de nodige korrels zout worden genomen. Alle financiële experten voorspellen een zware speculatie tegen een frank die met zo´n grote staatsschuld in de Euro wil opgaan. (Drastische maatregelen worden hier afgewezen omdat daarvoor het vermogen zou moeten worden aangesproken). De sociale rekening van de Maastricht-politiek is nog lang niet betaald. Vandaar dat Dehaene zich al voorbereidt op zijn afscheid en Van Rompuy als kroonprins naar voren schuift. Een personenwissel die ook een coalitiewissel in petto heeft: nu de sociale krachtsverhoudigen door de ´travaillisten´ voldoende zijn uitgehold, is de weg vrij om meer openlijk een conservatieve koers te varen.

Op die draai bereiden zich al velen voor. Vooralsnog spelen de schermutselingen zich af op het vlak van het ´ethisch reveil´. Alexandra Colen was een tijd niet van het scherm weg te branden met haar viscerale afkeer van de Benneton- en Mexx-affiches. En die publiciteit voor het Blok was meteen goed om de samenlevingscontracten en het ongehuwd moederschap van Leona Detiège aan de schandpaal te nagelen. Veel tegenwerk werd niet gehoord, want ook Van Peel vond dat het nu maar eens tijd werd dat wat zijn moeder als ´normaal´ en ´abnormaal´ beschouwde, de maatschappelijke regel werd.

Die snelle verglijding naar rechts wordt in de coulissen zorgvuldig begeleid. Manu Ruys neemt in ´Achter de maskerade´ afstand van het establishment dat hij jarenlang mee heeft gemaakt. In een voorpublicatie kiest De Standaard (5-10-96) -ook niet toevallig- niet die kritiek op de machtsuitoefening, maar uitgerekend wel zijn afrekening met ´mei 68´. Hoewel Ruys de "links-libertaire bohémien" als een curiosum afdoet en de meeste jaren-zestigers ziet als "keurig gekapte fatsoensrakkers in maatpak", moet er toch een uitgebreide tirade volgen tegen de "permissieve revolutie": "Zij deden de veelbelovende beweging ontsporen in een oppervlakkige, exhibitionistische en absolute verheerlijking van het eigen ik, in narcisme en hedonisme, in de luidruchtige afwijzing van alle verbodsbepalingen. Ook in een ongebreideld feminisme met als nevenverschijnsel de verzwakking, soms de ontreddering van de gezinsstructuur. Alleen carrièrisme leek het leven van de vrouw nog zin te kunnen geven." Neen, dit is geen ironisch stukje van Torn Lanoye, dit is de stelling van Manu Ruys. Maar lees verder: " Caféfilosofen met vieze manieren en schuine gedachten lieten zich bewieroken als de pausen van wat een nieuwe linkse elite beweerde te zijn." (Namen!, Manu, namen!, want die horen bij Dutroux in de cel, toch?) En wat later komt de reden voor die nieuwe moraal. Er is om honderd en een reden behoefte aan een "zuiniger levenstijl" en aan het "terugschroeven van overdreven verwachtingen". Na de jaren van inlevering en soberheid, komt nu de periode van zuinigheid en preutsheid! Want vergeten we niet: "Het heterosexuele huwelijk is niet de enige mogelijke samenlevingsvorm, maar wel een van die die de beste kansen biedt op duurzaamheid en voldragen verstandhouding". Zo zegt Ruys, niet gehinderd door enige sociologische, historische of statistische kennis.

Die neoconservaneve ontwikkeling wordt nog meer op de achtergrond ondersteund door het blad Nucleus, waarin geen Cordon Sanitaire bestaat tussen het Vlaams Blok en de rechterzijde van vooral de CVP. Een van de animatoren is Paul Belien, oudgediende van de groep De Nolf (Knack-Trends) en echtgenoot van Alexandra Colen. Het september-nummer maakt een dossier over de fundamenten van onze samenleving en trekt ten strijde tegen de toenemende immoraliteit. Centrale stelling daarbij is: "Ethische normen en gedragsregels behoren een volk en een gemeenschap toe en zijn geen naar eigen behoeften self made privé-bezit" Die stelling houdt een pleidooi in voor het meer autoritair opleggen van leefregels. Oud-CVP-voorzitter Van Hecke wordt vooral op de korrel genomen omdat hij zijn liefdesverhouding tot het domein van de persoonlijke vrijheid rekent. Van Peel is volgens Nucleus verstandiger: "Zelfs indien deze man doodzonde zou bedrijven, zou hij ze waarschijnlijk liever gaan opbiechten bij een het biechtgeheim respecterende biechtvader, dan ze uitdagend als een uiting van persoonlijke vrijheid te promoten, omdat dit volgens hem zou bijdragen tot normenverschuiving en de daarmee gepaard gaande verschrompeling van zijn partij. " Want inderdaad, het gaat noch Belien, noch Alexandra Colen in feite om ´moreel gedrag´ maar om de openbare orde! "De ethisch conservatieven houden vandaag in Vlaanderen de sleutel tot de politieke machtsverhoudingen in handen.", zo concludeert Nucleus. Het Vlaams Blok wordt in die strategie expliciet als breekijzer gezien.Voor Nucleus zijn de wonden van de IJzerbedevaart al lang geheeld. Het is dan ook helemaal geen toeval dat ook net nu de nieuwe uitgave van het 70-puntenplan wordt gelanceerd, waarin de deportatie van vreemdelingen in één adem wordt genoemd met het ´examen naar de Vlaamse eigenheid´. Bangelijk allemaal.

Het is in die context van snelle verglijding naar rechts, waarin een waardenconservatisme zich voorbereidt op de totale sociaal-economische ontsporing, des te schrijnender te zien hoe de traditioneel linkse partijen zich van vijand vergissen. Want denkt u dat in de SP het weerwerk wordt voorbereid op het Europees debacle en op de nieuwe conservatieve allianties? Helemaal niet. Het blad ´Samenleving en Politiek´ is de spreekbuis geworden van een kruistocht tegen de vermeende invloeden van ´Mei 68´, van "Het cordon sanitaire is een blok aan het been" tot " Veiligheid is ook een links thema". Op een grondige analyse van de perspectieven met de Europese muntunie, of een bespreking van de Oproep van de 600 voor een vermogensbelasting in het kader van de staatsschuld, of een uitleg over de band tussen het systematisch falen van bepaald gerechtelijk onderzoek en de klachten van agenten van bijvoorbeeld Financiën of van het Hoog Komitee van Toezicht, of een commentaar op de oproep van Genève waarin 7 magistraten uit evenzoveel landen een juridische unie bepleiten tegen de corruptie die schering en inslag is, horen we de sociologen en de politologen niet. Niet die kant van de ´permissieve samenleving´ wordt aangepakt, wel de onderkant.("We moeten het geld niet halen waar het zit, maar waar we het kunnen nemen", zo illustreerde een van de nieuwe ideologen de real-politik). Het is om die lijn door te trekken dat de ´nieuwe burgers´ uit mei 68 gediscrediteerd moeten worden. Zozeer vreest men blijkbaar het spreken van hen die al lang uit de ´pensée unique´ werden geweerd.

De ouders van de vermoorde en vermiste kinderen hebben wel enkele scenario´s doorkruist. Het heeft hen ruim een jaar gekost, het (te vermijden!) verlies van vier meisjes en het opzetten van een brede soldariteitsbeweging. Medeleven en boosheid heeft ieder mens geraakt toen de vreselijke feiten aan het licht kwamen. Plots is er geen enkele verontschuldiging meer voor zoveel blunders en onbekwaamheid, die medeplichtig zijn aan de dood van de kinderen. De maatschappelijke prijs voor instellingen die hun eigen interne logica, hun machtsuitoefening en partiële belangen stellen boven het algemeen belang, is nogmaals in mensenlevens uitgedrukt. De ouders van de vermiste kinderen spreken met veel gezag over die onmenselijke uitwerking van de verschillende establishmenten, die er niet in slagen zich van binnenuit te hervormen.

Anders dan na Zwarte Zondag hebben de media deze keer vooral die stem laten horen. De pers heeft haar alliantie met de politiek losser gemaakt en dissidente stemmen toegelaten. Of de massale solidariteitsbeweging structurele resultaten zal boeken is onzeker. De kloof tussen burger en politiek is zo groot geworden dat geen enkel geloofwaardig alternatief zichtbaar is. Of zal ook hier opnieuw het Vlaams Blok zwijgend groot worden? Zal men ook nu proberen de autoritaire verleiding en een conservatieve moraal te enten op de aanvankelijke wraakgevoelens van een ongestructureerde volksbeweging? De totaal wereldvreemde reacties van de top van de magistratuur kunnen zulke wanhopige wraakgevoelens alleen in de hand werken. Het gebrek aan durf en radicaliteit in de politieke wereld, die nog altijd meer te ´arrangeren´ heeft dan te ´mobiliseren´, schept geen vertrouwen.

Het volk mobiliseert zich zelden en het vergeet de opgelopen ontmoedigingen moeilijk. Zij die vandaag kost wat kost de belangen van de top intact willen houden en het bestaande willen verdedigen, nemen een grote verantwoordelijkheid. Ze weten dat ze niet eerstdaags door verkiezingen zullen worden afgestemd. De onderhuidse processen zullen er alleen maar sterker door worden. Velen van hen die vandaag zo vlijtig hun postje verdedigen, zullen evenzeer gedumpt worden in een autoritaire draai. Dan zal het al veel laat zijn om het geweer van schouder te veranderen.

De bevolking heeft laten zien dat ze mondige burgers en een kritische civiele maatschappij kan leveren. Ze heeft weinig boodschap aan het gezwets over de vermeende morele verloedering. Een strijd tegen de ´permissieve samenleving´ aan de top wordt gevraagd, tegen de perversie van het geldgewin en van het machtsmisbruik, voor een mobiliserend programma voor sociale herverdeling, voor politieke dynamisering en doorzichtigheid van de instellingen, voor een nieuw cultureel elan. De kloof moet worden gedicht door meer plaats voor inspraak en door afbouw van eigengereide, gesloten cenakels. De mensen hebben gelijk met hun wantrouwen. Het vertrouwen van de ´nieuwe burgers´ moet worden verdiend, elke dag. Tot het onzalige tij is gekeerd!

Top

(Zelf)analyse

PAULA BURCHGRAEVE

Het oorspronkelijke CHARTA 91-manifest heeft niets aan actualiteit ingeboet en dat is niet iets om gelukkig over te zijn. Het betekent dat uit de verkiezingsuitslag van 24 november ´91 weinig lessen getrokken zijn. De politiek is een ongeloofwaardig spektakel gebleven, belangenvermenging blijft aan de orde van de dag. Bovendien groeide de argwaan ten opzichte van de werking van het gerecht en het politionele apparaat. De burger voelt zich nog meer bedot dan vijf jaar geleden. Over de sociaal-economische toestand kunnen we, bij gebrek aan voldoende ruimte, ook het best zwijgen en wat bijvoorbeeld met het onderwijs gebeurt, grenst aan het waanzinnige.

Mijn vraag is bijgevolg of we met CHARTA wel een verschil hebben gemaakt. We hebben geprobeerd een onafhankelijke beweging van individuele burgers te vormen, maar van een volgehouden inzet van alle mensen die samen met ons verontwaardigd waren, kunnen we niet spreken. Waren we voldoende strategisch? Weegt het Cordon Sanitaire, bijvoorbeeld, op tegen de sluipende verglijding naar rechts van de standpunten over o.a. migranten en vluchtelingen binnen de traditionele partijen? Hebben we wel grondig genoeg nagedacht over wat er zich aan het afspelen is? Hebben we na vijf jaar een ernstige politieke analyse gemaakt? Tot zover onze eigen beweging, en hoe zit het met de andere?

De voorbije jaren hebben spectaculaire onthullingen over laakbare en misdadige praktijken zich in versneld tempo opgevolgd en ingehaald. En net zoals 24 november ´91 ons als ´mondige burgers´ bij elkaar bracht, hebben deze gebeurtenissen ertoe geleid dat elders en vanuit andere uitgangspunten andere mensen gelijkaardige stappen zetten. Ze verenigen zich en gedragen zich als politiek bewuste actoren in deze maatschappij. Wij maken dus deel uit van een trend, zelf onderdeel van essentiële transformaties die zich binnen de bestaande maatschappij aan het voltrekken zijn, maar die niet garanderen dat de veranderingen steevast zullen gaan in de richting van grotere vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Met andere woorden : de ontwikkeling is op zichzelf wel positief, maar biedt toch geen voldoende garanties voor de toekomst, want elke belangengroep die zich weet te organiseren en die de kunst verstaat om de media te bespelen, bestaat uit ´mondige burgers´. Ook extreem-rechts maakt daar gretig gebruik van; denk bijvoorbeeld aan hun acties bij het inplanten van vluchtelingen-centra. Wie welke rol speelt en waarom, en welke belangen uiteindelijk gediend worden, zijn vragen waarop we dieper moeten ingaan. Het is niet voldoende dat men steun betuigt aan Connerotte en Bourlet, of dat seksmisdrijven met kinderen strenger bestraft worden om te kunnen spreken over een nieuwe politieke cultuur en een fundamentele verandering van de sociaal-economische en politieke toestand.

Persoonlijk heb ik de neiging om meer dan ooit de nadruk te leggen op de noodzaak een grondige analyse te maken van de betekenis van de fundamentele veranderingen die zich nu in de verschillende sferen van de samenleving voordoen. Wat dat betreft, wil ik niet vergeten om gebruik te maken van wat het marxisme op het vlak van analyseinstrumenten te bieden heeft.

Top

Vermogensbelasting

Paul Verbraeken

In het kader van de OPROEP VAN DE ZESHONDERD rond het opstellen van een vermogenskadaster en het invoeren van een belasting op de grote vermogens, wordt vanaf nu een apart informatiebulletin uitgegeven. Qua vorm zal het verdacht veel lijken op de Weekberichten van de Kredietbank, maar het zal de titel´Het Belang van Luxemburg´ dragen. Qua inhoud zal het informatieve bijdragen (dit keer over het bankgeheim en over het vermogen der Belgen) en nieuws bevatten.

Dus, en wel daarom, indien u de oproep niet ondertekend hebt, maar het eerste nummer toch wil ontvangen, kunt u om toezending vragen via het bekende adres en telefoonnummer van het CHARTA-secretariaat. Indien u de oproep wel hebt ondertekend, ontvangt u het zowizo. Maar als u zegt: "Doe mij er maar tien, ik weet er wel raad mee", laat dan ook iets weten, zodat wij u kunnen bevoorraden.

Top

Vijf jaar contract met de burger:

Koen Dille

Op de verkiezingsavond van 24 november 1991, ging er een pijnscheut door politiek Vlaan deren. Zwarte zondag! Extreem -rechts bleek 10,3% van de stemmen te hebben behaald. Dat was meer dan drie keer zoveel als bij de vorige parlementsverkiezingen. In Antwerpen had zelfs één kiezer op vier voor het Blok gestemd. Bovendien oogstte een als hansworst vermomde delinquent in één klap vlotjes 5,2% en drie kamerzetels voor zijn rond de borreltafel geïmproviseerde schertslijst.

Alom heerste verslagenheid, ontreddering en onbegrip. Nochtans, die zwarte zondag was helemaal niet uit een helderblauwe lucht komen vallen. Drie jaar eerder, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1988, had het Blok ook al opvallende resultaten geboekt. Bijvoorbeeld in Antwerpen -alweer!- klom het van twee zetels naar tien en dit op een totaal van 55 gemeenteraadsleden. Toen al was het Blok daar de sterkste oppositiepartij geworden.

Wilfried Martens in hoogst eigen persoon reageerde hierop met de belofte om snel iets te doen. Pas vijf volle maanden later nochtans -op 9 maart 1989- stelde hij Paula D´Hondt aan tot Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid. Zij van haar kant, stond daar al in november van datzelfde jaar met een eerste rapport. Dat bleek een lijvig werk van bijna 750 pagina´s. Het bevatte ondermeer 81 concrete voorstellen. Eind 1990, amper een goed jaar later dus, had de Koninklijke Commissaris daar nog twee andere rapporten aan toegevoegd. In het laatste gaat ze na wat het beleid nu met haar voorstellen heeft gedaan. Heel weinig. "Er zijn misschien vijf politici die mijn rapporten hebben gelezen", laat ze zich op een keer bitter ontvallen. Ondertussen had het Blok bij de Europese verkiezingen in juni, 6% van de stemmen behaald, bijna drie keer meer dan bij de vorige verkiezingen. Even daarvoor, op 11 mei en 12 mei, waren er in Vorst relletjes uitgebroken tussen migrantenjongeren en de politie. Om u maar te zeggen dat we na 24 november 1991 helemaal niet zo verbaasd hoefden te doen over het fameuze signaal van de burger. Het was een alarminstallatie die al ruim drie jaar stond te loeien.

Maar goed, men beweerde het nu te hebben begrepen. Plots was het al ethiek, openheid, civiele maatschappij, nieuwe politieke cultuur, burgerschap en strakkere politieke deontologie wat de klok sloeg. Gedaan met de politieke spelletjes, het ´gehakketak´ zoals Frank Vandenbroucke het in zijn onnavolgbare stijl noemde. Aan universiteiten en op partij studiediensten toog men naarstig aan het onderzoek. Plots zag men een kloof tussen de burger en de politiek. Rousseau´s tweehonderd jaar oude begrip van ´contract´ werd weer boven gehaald. Er was nood aan een contract met de burger, zo klonk het. Best mogelijk dat het wereldje al bij al toch meer inzat met het stemmenverlies dan met de frustraties van de burger, maar kom, er was ons uitdrukkelijk en plechtig vernieuwing en beterschap beloofd. Daar keken we dus naar uit.

MANIFEST

Het was in die omstandigheden dat CHARTA 91 werd opgericht. Alleen wilden wij ons niet beperken tot enkel toekijken hoe de politiek de zaken zou aanpakken. "De toestand is te ernstig om hem over te laten aan de machtsstructuren, die zelf hebben bijgedragen tot de verzieking", stond in het oprichtingsmanifest. Op 8 februari 1992, toen CHARTA zich aan het publiek presenteerde, las Jan Decleir dat manifest voor.

CHARTA voert de discussie op een ander niveau dan dat van het anti-migrantensimplisme en de onveiligheidshetze, waarmee het Blok de politieke agenda en het verkiezingsthema domineerde. "Het succes van uiterst-rechts (...) moet in de eerste plaats begrepen worden als een symptoom van dieper liggende processen die regelrecht uitmonden in maatschappelijke ontwrichting". En wat verder in vetjes: "De maatschappelijke crisis drukt zich uit op het politieke, op het sociaal-economische en op het culturele vlak". Op die drie niveaus hoorde te worden gehandeld.

In de politiek moest er een einde komen aan de ondoorzichtigheid, de belangenvermenging en het gebrek aan efficiency. Er "moet een nieuwe, geloofwaardige politieke structuur worden opgebouwd". Dat veronderstelde "openbaarheid van bestuur, een betere rechtspleging" en "meer kwaliteit van het politieke bedrijf. Er moest ruimte komen voor "controle" en "rechtstreekse participatie van de burger".

Op sociaal-economisch vlak klaagt het manifest aan dat de "rijkdom van ons land werd herverdeeld ten nadele van de minst-begoeden" en dat "de verzorgingsstaat werd vervangen door een hoger-lager-maatschappij". Werkloosheid, ´benarde´ huisvesting, sociale uitstoting, toenemende onzekerheid, ook bij de beter gesitueerden, zijn daar het gevolg van. Daarom geven ze "aanleiding tot onverdraagzaamheid en vreemdelingenhaat". De systematische besparingspolitiek maakt het alleen maar erger.

Het cultureel klimaat lijdt aan vervlakking. Ziedaar nog een oorzaak van de verrechtsing. Het cultuuraanbod staat zowel in het teken van de consumptie en de commercie als van de besparingen. Je hoeft maar te kijken naar de media en het onderwijs.

CONTRACT

Wat is er in die vijfjaar sinds zwarte zondag veranderd? Hebben de beleidsvoerders en de gezagsdragers hun beloftes gehouden? De traditionele regeringspartijen vergaten heel snel de rammeling die ze op 24 november 1991 hadden opgelopen. De politici keerden even snel terug naar hun vertrouwde agendapunten : het communautaire getouwtrek en het chronische geldgebrek van de overheid.

Hebben de twee opeenvolgende regeringen-Dehaene het contract met de burger dan helemaal niet gehonoreerd? Toch wel. De lijst van maatregelen en wetgevende initiatieven die gedurende vijfjaar in het kader van die zogenaamde ´maatschappelijke vernieuwing´ werden genomen, is waarlijk indrukwekkend lang. Een greep: de veiligheidscontracten waarmee gemeenten subsidies krijgen om hun politiediensten te verbeteren, de dienstverlening als alternatieve straf, strafbemiddeling door het parket waardoor beklaagden en benadeelden rechtstreeks tot een vergelijk kunnen komen, invoering van snelrecht, landloperij en bedelarij worden niet langer als misdrijf beschouwd, maatregelen tegen ongewenst seksueel gedrag op het werk, grotere leesbaarheid van administratieve teksten, vereenvoudiging van formulieren, motiveringsplicht voor bestuurshandelingen, modernisering van het personeelsbeleid, ´verfijning´ van de wet op de partijfinanciering, de wet op de privacy waarbij de burger zijn persoonlijke gegevens bij officiële databanken kan opvragen, opname in de grondwet van het inzagerecht en daarna de wet op de openbaarheid van bestuur, die de burger machtigt om inzage en kopieën van en uitleg over bestuursdocumenten te krijgen, de wet op de aanstelling van een federale ombudsman, enzovoorts.

LEGITIMITEIT

Zelf heeft de regering ook haar asielbeleid in die lijst opgenomen. Om de resultaten van dat beleid te evalueren, telt ze gewoon het aantal geweigerde asielzoekers en teruggestuurde ongewenste vreemdelingen. De stroom asielzoekers is gehalveerd, juicht men, onder meer omdat de dossiers nu driemaal sneller worden afgehandeld. Zoiets is geen maatschappelijke vernieuwing, maar harteloze rekenkunde en ordinair bedrijfsbeheer. Ook het afzonderen en opsluiten van die mensen in speciale centra kan moeilijk ´vernieuwend´ worden genoemd. Slechts één overweging drijft de regering: "het salon van de burger is vol". Of: het contract met de bange blanke man. Maar het gaat er niet eens om of die lijst nu lang genoeg is, of het de juiste maatregelen zijn en hoe zwaar ze wegen. Ook niet dat het tijd vraagt vooraleer wij in ons dagelijkse leven er iets van gewaar zullen worden. Waar het vooral op aan komt is de geloofwaardigheid van de mensen die de beslissingen nemen en van de instanties die ze moeten uitvoeren. Anders gezegd: het is een zaak van legitimiteit. Burgers ervaren een politiek regime als legitiem -zeker een regime dat zich democratisch noemt- als hetgeen de politici, de ambtenaren, de rechters en de ordehandhavers doen ook klopt met wat ze zeggen. Een kloof tussen de burger en de politici, betekent in feit niets anders dan dat de mensen hun vertrouwen in het systeem kwijt zijn, dat hij zijn legitimiteit dus heeft verloren. De kloof zit dus russen zeggen en doen.

Welnu, het systeem -een woord dat niet alleen op de politici slaat- is er in die vijf jaar niet in geslaagd -ook al was het maar gedeeltelijk- zijn legitimiteit terug te winnen. Dat blijkt ondermeer uit drie zaken.

STOKPAARDJE

Om te beginnen, kunnen wat ik beleefdheidshalve de ´beleidspolitici´ noem, het nog altijd niet nalaten om hun communautaire stokpaardjes te berijden.

Akkoord, we moeten de eerste regering-Dehaene nageven dat ze er zo betrekkelijk snel een staatshervorming doorkreeg. Al op 29 september 1992 immers was het Sint-Michielsakkoord rond en sinds 16 juli 1993, na de goedkeuring van de laatste bijzondere wet, leven we in een nieuw, gefederaliseerd België. Opvallend echter was dat vanaf de eerste dag na het Sint-Michielsakkoord, de hele politieke wereld luid proclameerde dat deze hervorming niet het eindpunt betekende. Vandaag, naarmate 1999 nadert, doet men in politieke kringen steeds zenuwachtiger over de volgende staatshervorming. Ze beheerst in toenemende mate de politieke actualiteit. En dat terwijl onderzoek steeds opnieuw uitwijst dat de Belgen wel wat anders aan hun hoofd hebben.

Het systeem bracht echter niet het elan op om de nieuwe staatsstructuren een grotere geloofwaardigheid te verlenen. Wat we zelf doen, doen we helemaal niet beter. Alleen nog maar het feit dat twee partijen mordicus samen wilden regeren met maar één stem overschot en daarom hun meerderheid een ijzeren discipline oplegden, maakt dat politici die over nieuwe politieke zeden of alternatieve oplossingen beginnen, op achterdocht worden onthaald.

Heel snel werden de nieuwe instellingen de gedroomde uitvalsbasis voor het traditionele communautaire opbod. Als sommigen daarbij wel eens wegzinken in het absurde, het pietluttige, het groteske, het burleske en het potsierlijke, wordt dat zelden gesanctioneerd. In het halfrond zit immers niemand van de andere gemeenschap. Niemand voelt zich dus betrapt op een gebrek aan terughoudendheid of zin voor proporties. Bovendien houden de meeste media er een gelijkaardig discours op na. In hun behoefte om zich te ´profileren´, verdiepten een aantal Vlaamse politici -om het tot hen te beperken- zich in waarlijk vitale kwesties zoals de Vlaamse kust, Vlaamse culturele ambassadeurs en zowaar zelfs Vlaamse onderwijs-eindtermen, een Vlaamse wielerploeg en een dito voetbalploeg. De toestand is hopeloos, maar gelukkig niet ernstig.

In de tweede plaats blijft het leeuwendeel van de politieke energie gaan naar het slaafs en obsessioneel najagen van de Maastricht-normen. Elk jaar opnieuw eist men daarvoor van de burgers zo´n 100 miljard fundamenteel oneerlijk verdeelde opofferingen, en dat om een systeem draaiende te houden dat die burgers totaal onverschillig laat en soms zelfs uitsluit of toch minstens met uitsluiting bedreigt. Aan de andere kant vertoont de sociaal-economische balans weliswaar een eindeloze reeks van tewerkstel-lingsmaatregelen, die in de praktijk echter vergroeid blijken tot een oerwoud van reglementen. Ze wijzigen zelden meer dan de volgorde in de rij van werkzoekenden. Als ze al een arbeidscreërend effect hebben, dan is dat eerder voelbaar bij de overheids-bureaucratie.

BREUK

Op de derde plaats is er het algemene probleem van de breuk tussen de waarden die het systeem voorhoudt en zijn politieke praktijk. De zonet aangehaalde kloof tusssen zeggen en doen. Die is inderdaad nog altijd even diep. Tegenover de hier al vermelde lijst van maatregelen in het kader van het ´contract met de burger´ hoort een andere lijst te staan : de ontmoedigend lange lijst van zaken waarin het systeem gefaald heeft. De hormonenmaffia die men niet onder controle krijgt, de moordzaken die niet opgelost geraken (Cools, Van Noppen. Bende van Nijvel), de affaires waarbij politici in de ogen van de burger elkaar de hand boven het hoofd lijken te houden (Agusta, UNIOP, obussendossier, vervalsing van gewestplannen), de blunders van het gerecht (Dutroux en de flikken-oorlog), politici die zich laten betrappen op leugens en verdachte handelingen (Delcroix met zijn villa, De Clerck die brieven schrijft aan de openbare aanklager, Van Veldhoven die een examenuitslag tracht te beïnvloeden, de burgemeester van Sint-Niklaas die sjoemelt met Europese kredieten, Wathelet die in het Europees Hof te Luxemburg geparachuteerd wordt). Er zijn de frauduleuze nep-beleggingen van openbare kredieten in de zaak van de KS en het geknoei van Maurits De Prins. Er is het Hoog Comité van Toezicht dat door politieke beslissingen geremd wordt. Er is de politisering van de magistratuur. Er is het ABOS, waar sommigen ontwikkelingssamenwerking verwarren met promotie van de Belgische uitvoer of met het slijten van kneusjes die niemand hier nog wil. Er is het gespeculeer met belastinggelden. Weliswaar dateren niet al deze zaken uit de laatste vijfjaar, maar er is er géén die op een bevredigende wijze werd afgehandeld.

Te belangrijk op in die lijst te worden opgenomen, is het wegkwijnende Parlement en de groeiende arrogantie van de uitvoerende macht. Een Vlaamse regering met één stem meerderheid was al een voorbeeld. De zogenaamde opdrachtwetten, zeg maar volmachten, van de federale regering en de technocratische hocus-pocus over de swap-verrichtingen waarmee Maystadt het parlement eventjes op zijn nummer zette, zijn twee andere voorbeelden.

De kloof dus tussen zeggen en doen. Niet de kloof tussen de burger en de politiek. Wel de kloof tussen de politicus en de politiek. Inderdaad, "de toestand is te ernstig om hem over te laten aan de machtsstructuren...". Het onzalige tij is nog altijd niet gekeerd.

Top

Asielcentrum te kapellen?
Een reactie van agalev kapellen

toon SCHROYENS
gemeenteraadslid Agalev kapellen

Er is een inplanting gepland van een asielcentrum voor ongeveer 350 mensen in de voormalige kazerne Bauwin te Kapellen. Wij begrijpen dat het de overheid is die bepaalt waar een asielcentrum zal worden ingericht, maar wij keuren ten zeerste af dat deze beslissing tot stand is gekomen zonder enige vorm van inspraak van de gemeente zelf.

Bovendien vinden wij het een staaltje van volksverlakkerij dat zowel in de petitie (ongeveer 2000 handtekeningen, d.w.z. plusminus 10 % van de kiesgerechtigden in Kapellen) als in het gemeentelijk referendum dat zal plaatsvinden op 17 november 1996, de vraagstelling dubieus en misleidend is, met als enige doel de wet te omzeilen. Het is namelijk verboden om een referendum te organiseren i.v.m. ´personen en vreemdelingen´. De gestelde vraag is de volgende :

"Meent u dat de plannen met betrekking tot de voormalige kazerne Bauwin, zoals vastgelegd in de gemeenteraadszitting van 6 augustus 1996 inzake het bieden van sportinfrastructuur aan de Kapelse bevolking, en in collegezitting van 8 juli 1996 inzake de bestemming voor sociale woningbouw, onverkort moet worden uitgevoerd?".

Geen woord over een asielcentrum of asielzoekers!

Hetzelfde geldt voor de folder die de gemeente zal verspreiden om de burger te ´informeren´.

Om die redenen zal AGALEV Kapellen klacht indienen bij de overheid en vragen het referendum in deze vorm te schorsen. Uiteraard vormt deze materie de voedingsbodem bij uitstek voor het Vlaams Blok met zijn ophitsende en racistische slogans. De asielzoekers worden bij voorbaat reeds bestempeld als criminelen, avonturiers en fortuinzoekers. Nu al wordt er gewaarschuwd voor een stijgende criminaliteit in de vorm van diefstallen en aanrandingen. In Kapellen kennnen wij een CVP-VLD -bestuur. De standpunten van CVP, SP en AGALEV zijn in deze gelijklopend, maar de VLD blaast warm en koud tegelijk. Wij zijn ervan overtuigd dat het kankergezwel dat in onze maatschappij woekert, enkel kan bestreden worden door het innemen van duidelijke standpunten vanwege alle politieke partijen en hun vertegenwoordigers.

Van zodra de overheid een onomkeerbare beslissing heeft genomen, zullen wij alles in het werk stellen om zo goed mogelijke voorwaarden en garanties af te dwingen. Wij hopen dat uiteindelijk de verdraagzaamheid de bovenhand zal halen.

Top

Twee jaar nieuwe (?) wind i n Antwerpen

Pol Dockx

Een balans, vijf jaar na de eerste Zwarte Zondag, kan moeilijk voor bijgaan aan de Antwerpse situatie. Niet alleen haalt het Vlaams Blok daar de hoogste scores, ook werd er na de gemeenteraadsverkiezingen van ´94 de historische ´coalitie van de laatste kans´ gevormd. Een nieuwe wind zou gaan waaien. We brachten vijf mensen rond de tafel :Ludo De Ranter (A´pen 94/CVP), Dirk Geldof (Agalev), Nahima Lanjri (A´pen 94/CVP), Ruud Martens (Kabinetssecretaris Patsy Sörensen) en Tanja Smit (SP). Antoinette Pecher (VLD) was eveneens uitgenodigd, maar kon niet aanwezig zijn.

Samen met George Timmerman (De Morgen), Paul Verbraeken en Pol Dockx (beiden Charta 91) werd op woensdag 18 september gedurende ongeveer twee uur en een half, een boom opgezet over de Antwerpse situatie.

Voor alle duidelijkheid : in het hierna volgende verslag van die avond komen uitsluitend de vijf eerstgenoemden aan het woord.

Er was bij hen een vrij grote consensus over de meeste onderwerpen. Kort samengevat : er is wel degelijk een trendbreuk, er is veel veranderd, maar nog te weinig. Hiervoor zijn drie tegenwerkende krachten als oorzaak aan te wijzen : de politici die de terugkeer naar het oude regime voorbereiden, de ambtenarij die het niet zo op de verandering begrepen heeft en de Antwerpse overheidsvakbonden.

TRENDBREUK

Men is het erover eens dat er, in vergelijking met de vorige 70 jaar van tweepartijen-beleid, enorm veel veranderd is. Intern is er een duidelijke verjonging van de gemeenteraad en de werking van het college is nu veel gevarieerder dan vroeger. Iedereen in het college blijft tot het einde van de vergadering, de vroegere kadaverdiscipline heeft plaats gemaakt voor gezamenlijke initiatieven en interpellaties (vooral met Agalev, Antwerpen 94 en SP). Er worden nieuwe coalities gevormd naargelang het thema, en dit alles met een open geest, zonder elkaar vliegen proberen af te vangen. "Ik denk niet dat er tijdens de vorige legislatuur gesprekken zoals deze tussen de verschillende fracties plaats hebben gevonden"-Tanja Smit.

Maar er zijn nog te weinig resultaten geboekt, en daarvan blijven de meeste dan nog onzichtbaar voor het publiek. Volgens een optimistische evaluatie is dat niet zo erg; er staat voldoende klaar in de startblokken (bvb. Antwerpen woonstad,...), de inspanningen gebeuren, de rest volgt wel. De meer cynische evaluatie voorspelt dat de volgende coalitie, we!ke die ook moge wezen, pas zal oogsten wat nu gezaaid wordt.

RESTAURATIEBEWEGING

Niet iedereen in de nieuwe coalitie is voorstander van de ´nieuwe wind´. Naast een aantal schepenen met een open geest, zijn er ook nog die van de oude stempel. "Het lijkt soms alsof het college één been heeft dat vooruit wil, en één dat wil blijven staan, of zelfs achteruit wil." -Ruud Martens.

Dit betekent dat de oude politieke spelletjes blijven gespeeld worden (vertragings-manoeuvres, oppositie tegen personen i.p.v. tegen ideeën, enz.), maar er is ook de zeer bewust restauratiebeweging die alles bij het oude wil houden, om de klassieke partijverdeling vanaf het jaar 2000 te kunnen verderzetten. Hierbij kan worden vastgesteld dat de breuklijn (restauratie of vernieuwing) niet verticaal, maar horizontaal loopt. In elke partij vind je beide terug. De mensen rond de Charta-tafel waarschuwen voor dit soort van destructivisme, en wijzen erop dat diegenen die denken dat ze na de eeuwwisseling weer probleemloos een CVP-SP-coalitie zullen kunnen vormen, zich wel eens formidabel kunnen vergissen.

AMBTENAREN

Menige tand wordt stukgebeten op de tegen- of het gebrek aan samenwerking van en met de ambtenaren. De macht van de stadssecretarissen en van de ambtenaren-directeurs wordt heel hoog ingeschat. Een goed voorbeeld is actueel de besteding van de SIF-gelden. De gemeenteraadsleden hebben hierover nog geen enkel document of cijfer gekregen, terwijl de betrokken ambtenaren al een hele tijd met het dossier aan het werken zijn en eigenlijk zelfde politieke knopen doorhakken.

Het ambtenarenapparaat is log en bijna niet in beweging te krijgen, volgens de schepenen. Het wordt werk van lange adem om dit te hervormen.

Zo worden verscheidene ambtenaren rechtstreeks vanuit de kabinetten benaderd, omdat zij van de problemen het best op de hoogte zijn. Dit stuit dikwijls op grote weerstand van de directeurs, waardoor de ambtenaren zelf niet meer weten hoe zich te gedragen.

"De oorzaak ligt ook in het feit dat de coalitie op dit ogenblik naar de ambtenaren toe te weinig het geloof wekt dat deze coalitie ook tot 2006 zal verder gaan. De ambtenaren weten dat een directeur langer meegaat dan een schepen en hebben schrik zich te verbranden voor de rest van hun jaren." -Dirk Geldof

Een ander probleem is dat binnen de lagere ambtenarij nog te veel de overtuiging heerst dat er niet meer moet gewerkt worden van zodra de vaste benoeming binnen is. Men gaat er rond de tafel min of meer mee akkoord dat de meerderheid van de ambtenaren hard en goed werken, maar zo´n 1 a 49 % niet (voorzichtige schatting), en dat kost pakken geld.

Over de remedies en de aanzet daartoe is men het met helemaal eens : zal men de mensen harder en efficiënter kunnen doen werken door -zoals men nu bezig is- permanent te evalueren (en zo nodig te sanctioneren)?

Of is dit maar een doekje voor het bloeden? 98,3% van de ambtenaren scoorden bij een recente evaluatie positief. Dat is toch niet geloofwaardig. Volgens sommigen is het belangrijker om te focussen op de omstandigheden waarin de ambtenaren moeten werken.

Is het nuttig of noodzakelijk om de ambtenarij door externen te laten doorlichten? De ervaring met dergelijke rapporten zijn niet altijd even positief. Bovendien bestaat het -democratisch- risico dat maatregelen technocratisch i.p.v. politiek zullen worden gefundeerd. "Neen, want de politieke vertaling moet er zijn. Die blijft vaak achterwege. Het zal aan de politiek zijn om te beslissen. Politiek is keuzes durven maken." -Nahima Lanjri.

Maar men mag een ander democratisch aspect niet uit het oog verliezen : de stad moet een dienst leveren aan zijn bevolking. Die moet beter zijn dan die in 1994, want toen bleek de bevolking daar niet zo heel gelukkig mee.

Hier wordt door de aanwezigen zwaar met de vinger naar de vakbonden gewezen. De overheidsvakbonden in Antwerpen vertegenwoordigen volgens hen nog een extra dertiende en veertiende schepen. Ze bepalen te veel, en blokkeren mogelijke hervormingen binnen de ambtenarij.

HET BLOK

In het begin was er een grote strijdvaardigheid tegen het Blok. Nu merkt men een zekere gewenning. Ergerlijk is de joviale omgang van een aantal gemeenteraadsleden en schepenen met het Blok.

Men is tegelijkertijd te veel én te weinig met het Blok bezig.

Enerzijds te veel, vanuit een angstig verzet. Vele zaken worden niet gezegd omdat ze ´het Blok in de kaart zouden spelen´. Dit is geen goede strategie op langere termijn. "Wie bang is krijgt ook slaag." - Ludo De Ranter.

Anderzijds is men er te weinig mee bezig, men onderschat het gevaar. Teveel verkozenen verwachten dat het na 2000 terug ´business as usual´ wordt. Zij beseffen niet dat het Blok heel bewust met opvrijstrategieën is begonnen. Deze hebben ook resultaat : Penris en De Winter zitten nu bvb. in het Autonoom Havenbedrijf. Ook voert het Blok bewust niet de harde oppositie, met het oog op de periode na 2000.

Men profiteert te weinig van de zwakte van het Blok ; het heeft reeds een aantal keren zijn eigen onbekwaamheid getoond. "Zo bijvoorbeeld in het Electrabel-dossier waar ze eerst warm en koud bliezen, en op het ogenblik van de stemming de zaal verlieten. Een dag later kregen ze daar terecht een striemend editoriaal voor : je kan met het Vlaams Blok inderdaad niet besturen."-Ruud Martens

"Op dit soort momenten moet men het Blok uiteendrijven en afmaken. Dit gebeurt te weinig." - Ludo De Ranter.

GELD

Werkingskosten kunnen geoptimaliseerd worden door reorganisatie van de diensten. Hiertoe zouden de externe audits kunnen bijdragen. Maar er zal nooit voldoende geld gevonden worden om een wezenlijk ander beleid te voeren. De politieke prioriteiten bepalen echter wat er met de investeringsgelden gebeurt. Nu wordt een orthodox financieel beleid gevoerd, waarbij men ooit tot een stadsschuld van o frank zal komen. Ondertussen bouwt men een reservefonds op. Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van wat ´een coalitie van de laatste kans´ zou moeten doen : investeren tot de laatste frank, om haar beleid zo grondig mogelijk uit te voeren. "Er wordt nu geen stedenbeleid gevoerd, wel een armoedebeleid. Stedenbeleid impliceert geld voor dingen waar geen financiële achterstand is. Men wil niet tot het uiterste gaan."- Dirk Geldof.

Verder wordt erop gewezen dat het geen ´ziekte´ mag worden om altijd te zeggen "dat er geen geld is". Er is wel degelijk geld, maar het wordt niet oordeelkundig gebruikt.

HOE VERDER?

Er rest deze coalitie nog maar vier jaar, en indien we het verkiezingsjaar buiten beschouwing laten, nog maar twee begrotingen. Er is dus geen tij d te verliezen.

Men zal de oude denkbeelden moeten blijven bestrijden : een aantal mensen is de terugkeer naar de oude coalitie reeds aan het voorbereiden. De hervorming die door de nieuwkomers wordt bepleit, wordt door hun tegenstanders voorgesteld als iets allesomvattends, reusachtig groot, waar je heel lang over moet doen, en waar uiteindelijk niets van in huis zal komen. "Als we nog lang bezig blijven met ´er mee bezig te zijn´, dan heb ik schrik dat we op het einde van de rit de resultaten niet zullen halen. Dat maakt mij soms wel zenuwachtig." -Nahima Lanjri.

Men moet durven op een totaal nieuwe manier aan politiek te doen. Men denkt nog altijd teveel in hokjes. Een aantal projecten overstijgen één departement. De bouw van een zwembad, bvb., kan niet enkel gedragen worden door de begroting ´Sport´. Indien een initiatief als maatschappelijk belangrijk wordt beschouwd, dan moeten er maar bedragen voor worden vrijgemaakt. Dit mag geen aanleiding zijn om meer geld op de begroting van dat kabinet te voorzien, want dat is nog teveel een redenering van de oude stempel.

De coalitie zal met concrete resultaten naar buiten moeten komen. Als voorbeeld wordt de problematiek van de speeltuinen aangehaald. Om hier iets zichtbaars te veranderen, volstaat het niet om vijf speeltuintjes per jaar in te richten. Als het hier effectief om een prioriteit gaat, moet de stad zich maar engageren om op bvb. een half jaar tijd 100 miljoen te investeren in de speeltuinen. Dan krijg je tenminste een zichtbaar resultaat.

VERKIEZINGEN

De verkiezingen kunnen een moeilijk moment worden. De partijen die nu op een vrij open manier met elkaar samenwerken, zullen zich dan weer tegenover elkaar moeten positioneren. Toch is het nodig om het democratisch debat te voeren over de verschillende bestaande visies op de samenleving.

Het Blok zal op dat ogenblik natuurlijk op de nagel van de verdeeldheid slaan. De andere partijen zullen zich dan ook heel duidelijk ten opzichte van het Blok moeten positioneren en er zal dan opnieuw over het Cordon Sanitaire moeten gesproken worden!

Top

Verkwiste jaren ? Interview met Mil Kooyman

Stephen Bouquin

Vijf jaar na Zwarte Zondag is het onzalige tij niet gekeerd. Niet alleen heeft het Vlaams Blok zich geconsolideerd, bovendien heeft de maatschappelijke crisis waarop uiterst-rechts welig kan tieren zich ook verder ontwikkeld. Zich afvragen wat daarvan de politieke weerslag zal zijn. is niet enkel voorbarig maar ook misleidend. Het toekomstige heden hangt ook af van hetgeen er nu -temidden van de crisis van het gerechtelijk apparaat en de voortzetting van het Maastrichtbeleid - en in de toekomst gedaan wordt door alle actoren van de civiele maatschappij, met inbegrip van de nu. officieel erkende "mondige burgers". We vroegen aan Mil Kooyman, gewestelijk secretaris van ABVV-Gent, hoe hij denkt over de recente maatschappelijke evolutie.

Hoe schat je de afgelopen vijf jaren in ?

Mijn beoordeling van Zwarte Zondag was de volgende : het was een uiting van een diepe malaise in de maatschappij. Ik was er toen van overtuigd dat er op drie vlakken iets dringends gedaan moest worden : ten eerste, een radicaal sociale politiek, want ik blijf erbij dat een van de dieperliggende oorzaken van het racisme in het sociale kan gevonden worden. Een tweede aspect betreft een reeks maatschappelijke domeinen, zoals het gerecht bijvoorbeeld, waar dringende hervormingen noodzakelijk waren. Een laatste aspect is het contract met de burger of een uitbreiding van de democratie, omdat mensen onvoldoende kunnen participeren in het gevoerde beleid. Kort na zwarte zondag had ik het gevoel dat de politici het begrepen hadden, ze waren zich bewust van de kloof met de achterban en er was tegelijkertijd een maatschappelijke dynamiek op gang gekomen ; Hand in Hand en Charta 91 waren zeer actief, een aantal verklaringen werden door politici gedaan en tijdens de regeringsvorming had men het over dit contract met de burger.

Wat heeft de regering concreet gedaan tussen 1991 en 1995 ?

Na een paar maanden was het opnieuw "business as usual". Er is geen sociale politiek gevoerd en de democratische inbreng zijn ze vergeten, want ze waren terug verkozen ... Neen, men heeft zich 4 jaar beziggehouden met saneren en begrotingsoperaties, waarvan het Globaal Plan tot dusver het hoogtepunt was. En dan zijn er in 1995 opnieuw verkiezingen gekomen. Mijn grote ontgoocheling was dat ze daar met een slecht rapport voor de kiezer kwamen. Maar ja, velen hebben met de Agusta-affaires het ergste verwacht en met het uitspelen van de sociale zekerheid heeft men deze relatieve status-quo bereikt, waarbij we toch niet uit het oog mogen verliezen dat uiterst-rechts zich nu in heel Vlaanderen heeft geconsolideerd. Vandaag worden we echter opnieuw geconfronteerd met het feit dat er uit zwarte zondag in feite geen lessen getrokken zijn. Vandaag is het gerechtelijk apparaat in crisis, vandaag zijn de etterbuilen opengebarsten naar aanleiding van de zaken Dutroux-Nihoul en Cools. Ik zeg dit niet met leedvermaak, maar het mag wel gezegd worden dat na 1991 de mensen van Charta 91 en Hand in Hand gelijk hadden; dat er inderdaad iets moest gedaan worden op het vlak van rechtszekerheid en het functioneren van de instellingen. Er moeten dus eerst ongelukken gebeuren vooraleer men ingrijpt, terwijl men dit in 1991 toch kon voorzien.

Tijdens de afgelopen periode zagen we tevens afwisselend een democratische en een sociale oppositie het regeringsbeleid bekritiseren. Hebben deze twee opposities elkaar gevonden, of zelfs maar opgezocht? In de eerste fase na Zwarte Zondag wel, daarna heeft iedereen zich een beetje op het eigen terrein teruggeplooid, ten onrechte meen ik. Hand in Hand had de verdienste alle sociale organisaties, van jeugdbeweging tot syndicale beweging, te verenigen rond een platform en een strijd tegen onverdraagzaamheid en sociale onrechtvaardigheid. Hoewel de verontwaardiging zeer groot was, is de reactie uitgebleven, heeft men daar niet op verder gewerkt. De verdeeldheid en concurrentie tussen Hand in Hand en Objectief is een spijtige zaak; de politici hebben zich teruggetrokken in hun routineuze werking en de sociale bewegingen elk op hun terrein, met inbegrip van de syndicale beweging. Op lokaal vlak hebben we met Hand in Hand een samenwerking tussen verschillende sociale bewegingen kunnen volhouden, maar het was niet zo gemakkelijk toen ook de verontwaardiging was verdwenen. Onlangs hebben we een boek uitgegeven over de maatschappelijke crisis, "Uit de marge" genaamd. Het is een bundeling van bijdragen geleverd door verschillende bewegingen, gaande van de krakers tot de arbeidersbeweging met daartussen de homo- en lesbienne-, de vluchtelingen-, de derde-wereldbeweging, enz. Ook zijn we als ABVV-gewest samen met het ACV actief in de 11.11.11.-campagne die dit jaar, regionaal dan, rond arbeid draait. Algemener is er natuurlijk het probleem dat de breuklijnen van de "oude" en "nieuwe" linkerzijde niet spontaan overeenstemmen. Maar dit heeft ook te maken met het feit dat er twee werelden zijn ontstaan met enerzijds de "wereld van de arbeid" en anderzijds "het leven erbuiten". Velen verbinden wat er in het bedrijf of met hun werk gebeurt niet met wat erbuiten plaatsvindt. Het blijft een noodzaak om die link te leggen, via vorming en acties. In het Gentse hebben we een afspraak onder lokale sociale bewegingen dat bij elke actie, zij het rond huisvesting of vluchtelingen, er zoveel mogelijk samen wordt opgetreden. Op politiek vlak is er dan het project van Coppieters-De Batselier. Het ´Sienjaal´ heeft de verdienste om zowel inhoudelijke vernieuwing als een grotere samenwerking tussen progressieven na te streven. Als het echter verwordt tot een verruimmgsoperatie van de SP is het ten dode opgeschreven. Daarom zou het positief zijn dat er een "Sienjaal nummer 2" groeit uit de besprekingen met de sociale bewegingen, met de achterban.

Top

Gefaxt...

Tom Lanoye

Beste redactie,

Sorry voor het laattijdige antwoord; om wat pathetisch indruk te maken fax ik het nu zelfs uit Kaapstad. Ik hoop dat ik niet te laat ben.

TOM LANOYE

Ik was in Moskou toen de Berlijnse Muur viel. Onvergetelijk moment: in de lobby van het reusachtig Intourist Hotel stonden de bejaarde deelneemsters van een internationaal communistisch congres over vrouwenrechten te huilen en elkaar te troosten. Het hotelpersoneel daarentegen liep fluitend van vrolijkheid rond, de portiers stonden te dansen, de Moskouse nurksheid leek een ogenblik gesmolten. Op de televisie viel -in mijn herinnering zelfs in slow motion - een deel van de muur om, grafittislogans braken in twee, bulldozers werden zichtbaar, opdoemend uit wolken van stof. En laat mij nu helemaal aanleg hebben voor opera: ik zag zelfs Willy Brandt over de ruïnes schrijden, ontroerd, huiverend, groots. Maar buiten beeld zat Helmut Kohl al te grijnzen.

Gisteren viel er ook wat. Geen muur, maar een verdict. Eventjes leek de klap even luid. Ik althans kon hem horen tot op een ander continent, boven het geruis en gebulder uit waarmee twee oceanen in elkaar stromen, de Indische en de Atlantische. Ik zat te trillen in Kaap de Goede Hoop -en wel in Kaapstad, stad der steden, stad aan de voet van een berg die zo plat is als een tafel en waarover het weer graag een kleed van wolken drapeert... Ik voelde de klap in de bescheiden studio´s van Radio Sonder Grense, waar ik was voor een kort interview, vlak na het laatavondjournaal: in België wordt onderzoeksrechter Connerotte de zaak Dutroux uit handen genomen, omdat hij een bord spaghetti en een vulpen heeft gekregen van een organisatie die opkomt tegen kindermishandeling en -misbruik...

Nu is men in Zuid-Afrika heel wat gewoon qua politiek surrealisme, maar ik kan u verzekeren dat alle in de studio voorhanden zijnde hoofden met gefronste wenkbrauwen en grijnzende monden mijn richting uitdraaiden, wachtend op een verklaring die de surrealistische pret alleen maar kon vergroten.

Ik zei dus maar niets. Trouwens, ook voor mezelf wist ik niet hoe ik moest reageren. Zoals de bejaarde communistes in het Intourist Hotel, of zoals het Moskouse personeel? Tranen of een vreugdedans: wat was het meest aangewezen? Eén ding wist ik zeker. Net zoals ik toendertijd niet in Moskou maar in Berlijn had willen zijn, wenste ik dat ik niet in Kaapstad, maar in Antwerpen was. Want de zweer die ik al zo vaak had aangewezen, was geknapt, de boot écht aan het zinken, de boel ontploft -noem het zoals je wilt. En noem het zelfs een begrafenis of een vreugdevuur gestookt met de gassen uit de Belgische moerassen, noem het een grandioze ontmaskering van onze structurele jungle of een fait-divers uit een lange reeks -ik had er, koste wat het kost, bij willen zijn. Om voor mezelf niet het gevoel te hebben dat ik was gevlucht op het moment suprême. Of dat ik de ontknoping had gemist van een jarenlange weekendfilm, of de boterkoeken na een onverwachte crematie, weet ik veel. Of misschien had ik wel spijt uit pure sensatiezucht, of bemoeiziekte, of talent voor hyperventilatie, maar godherejezusnogaantoe; ik kreeg me daar een acute aanval van heimwee? Niet normaal.

Een mens vraagt zich af waarom. Want eens teruggekomen zal ik mij, nog meer dan vroeger, moeten doodergeren. Omdat ik opnieuw niet anders zal kunnen dan het Blok gelijk geven in zijn kritiek op ons politieke establishment met haar kuren en structuren. Dat maakt de discussie met die assholes telkens zo moeilijk: je wordt, nog voor je begint, in een defensieve houding gewurmd die je niet eens zoekt.

Dat is altijd het grote probleem geweest, ook voor Charta. Het leek wel vechten tegen twee bierkaaien tegelijk. Want als je afgaf op de gevestigde politiek, leek je ´mee te werken aan de sfeer van anti-politiek´, wat je per slot van rekening niet wilde. Als je afgaf op het Blok, leek je de bestaande politieke malaise te vergoelijken, wat je zo mogelijk nog minder wilde.

Ik vrees dat Charta, ondanks verwoede pogingen, nooit geheel aan dat dilemma is ontsnapt. Ik ook niet; daarom noem ik het maar wat graag een dilemma, dat houdt nog een soort absolutie in. Namelijk dat de dingen toch lopen zoals ze lopen, omdat we er onmachtig tegenover staan.

Maar, in alle oprechtheid, daarmee zou ik ons oneer aandoen. Ik denk dat Charta wél van belang is geweest, en dat zeg ik niet om ons, bejaarde strijders en toeristen onder elkaar, te troosten. Natuurlijk liep, zacht gezegd, niet altijd alles van een leien dakje bij Charta. Ik heb mij vaak geërgerd aan het gebrek aan efficiënte organisatie en communicatie. Ik kon maar niet begrijpen dat mensen, die zo pijnlijk nauwkeurig konden aanduiden waar het structureel fout liep in gerecht, maatschappij, economie, wat al niet, er maar nauwelijks in slaagden een organisatie op poten te zetten met een slag-krachtige en heldere structuur. Soms leek het alsof de kritiek op alle foutgelopen Belgische structuren in Charta een koudwatervrees had doen ontstaan voor élke vorm van structuur, groter dan één Werkgroep Vermogensbelasting en één Werkgroep Cultuur.

Overspoeld door een zondvloed aan fenomenen (staatsschuld, GATT-akkoorden, de propaganda van het Blok, de lippendienst of schandalen van de andere partijen), poogde Charta te antwoorden met een overvloed aan initiatieven. Het wilde te veel en teveel ineens. Hoorzittingen, nieuwsbrieven, werkgroepen, vergaderingen zus en zo... Nochtans lag haar talent, zoals nu blijkt, in het weinige en het zeer concrete. Als Charta al een belang heeft gehad -en ik vind ten zeerste van wel- dan ligt dat in het Cordon Sanitaire tegen het Blok. Het lanceren van de term plus de hele idee, het aanzwengelen van de installatie ervan en het bewaken van de grendels... Zonder Charta zou dat niet zijn gebeurd. De nieuwsbrief van enige maanden geleden, die een soort rapport wilde zijn over het Cordon Sanitaire, vond ik het belangrijkste document dat Charta heeft voortgebracht. Omdat het, ook nu nog, een instrument vormt om politici te overtuigen van het nut en de wenselijkheid van een Cordon Sanitaire. Al weegt, wat dat laatste betreft, geen enkel document op tegen een Ijzerbedevaart waar de Blokkers eens goed op het gezicht slaan van andere Vlaams-Nationalisten, zoals afgelopen zomer gebeurde. Hadden wij ook dat weten te organiseren, had ik ons helemaal geniaal moeten vinden.

Het Cordon Sanitaire in stand helpen houden: dat is de taak van Charta. En dat is op zich al een grote boterham genoeg. Zo er al iets bij moet komen, laat het dan dit wezen: nu de volkswoede op een kookpunt lijkt te komen vanwege het (al dan niet georchestreerde) geklungel rond de zaak Dutroux, moet er kritiek geleverd worden op het politieke establishment, telkens en telkens weer. Zonder angst voor het Blok, en zonder te waarschuwen voor anti-politiek. Daar moet niet meer voor gewaarschuwd worden, die anti-politiek is een oorverdovend feit. De enige vraag luidt nu nog: komt er een fundamentele verandering? Wordt het moeras gedraineerd, ja of neen? De tijd is er misschien nooit zo rijp voor geweest. Wel, laat Charta een stem worden in het koor dat de verandering eist. Niet meer, niet minder. Een stem is een stem:

En wie weet: misschien dat, jaren na de Grote Muur in Berlijn -waarvan de val ons zo blij heette te moeten maken- eindelijk ook eens dat tuinmuurtje in het hart van Europa omver kukelt. Misschien. We zullen zien.

Maar welgemutst dansen is wel het minste dat ik bij zo´n vrij valletje zou doen.

Groetjes, keep up the good work.

Je Tom.